Advertenties
7
I/O – In- en uitgangen
I/O toewijzen
Hoe Phoenix I/O toewijst
Een EtherCAT-netwerk kan worden geconfigureerd met meerdere slave-apparaten die verschillende
I/O nummers beschikbaar hebben. Phoenix wijst I/O toe in volgorde vanaf 1 – 512, te beginnen met
het eerste slave-apparaat dat op het netwerk is aangesloten. Wanneer u de
EDGE Connect TC gebruikt, dan is de printplaat voor de in de fabriek geïnstalleerde
hardwareoperatorconsole slave 1 op het EtherCAT-netwerk en deze gebruikt virtuele I/O. Wanneer
u de EDGE Connect CNC gebruikt, is slave 1 het eerste apparaat dat verbonden is met het
EtherCAT-netwerk. De printplaat van HPRXD EtherCAT-plasma-interface moet de laatste slave op
het netwerk zijn en deze gebruikt I/O vaste functie.
De volgende voorbeelden omvatten:
Vier aandrijvingen, met elk 7 digitale ingangen, 2 digitale uitgangen, 1analoge ingang,
en 1 analoge uitgang
Eén I/O-module heeft 4 digitale ingangen
Een HPRXD plasmastroombron met een spanningsverdelerkaart (VDC3)
De I/O toewijzing gaat van start met de eerste aandrijving die fysiek wordt aangesloten op het
netwerk en gaat van daaruit verder.
Slave 1
Hardwareoperatorconsole printplaat
(I/O vaste functie)
Slave 2
I/O
1 – 7
122
Slave 3
Slave 4
I/O
I/O
8 – 14
15 – 21
4 aandrijvingen en 4 motoren
809345
Slave 5
Slave 6
I/O
I/O
22 – 28
29 – 32
I/O
uitbreidingsmodule
(tabel I/O)
Handleiding voor installatie en configuratie
Slave 7
HPRXD
EtherCAT
Plasma-interface
printplaat
(I/O vaste functie)
EDGE Connect
Advertenties
