Inhoudsopgave
Advertenties
Over installatiebestanden
CNC's van Hypertherm slaan de waarden die u op elk scherm invoert op in een installatiebestand
met de naam Phoenix.ini.
Installatiebestanden kunnen worden gekopieerd naar andere EDGE Connect/EDGE Connect
TC-CNC's. Nadat een CNC is geconfigureerd om een bepaald snijsysteem aan te sturen, kunt
u dat installatiebestand bijvoorbeeld gebruiken voor de volgende installatie van een EDGE
Connect/EDGE Connect TC CNC, tafel en instrument. Wanneer u een installatiebestand in een
CNC laadt, overschrijft het installatiebestand dat u laadt zowel Phoenix.ini als Phoenix.bak.
Laad geen installatiebestand van een EDGE Pro, MicroEDGE Pro of EDGE Pro Ti in een
EDGE Connect/EDGE Connect TC. Gebeurt dit wel, dan kan het zijn dat er niet meer kan worden
gewerkt met de snijmachine.
De CNC slaat meerdere kopieën op van het installatiebestand Phoenix.ini.
Phoenix.ini is altijd het actieve installatiebestand. Elke keer u iets wijzigt in een scherm in
Phoenix, worden de wijzigingen opgeslagen in Phoenix.ini. In het scherm Speciale
instellingen kunt u een kopie van Phoenix.ini met een andere naam opslaan als back-up
of om te gebruiken op een andere CNC. Wanneer u een installatiebestand met een andere
naam laadt, overschrijft de inhoud van dat bestand de inhoud van Phoenix.ini
en Phoenix.bak. Phoenix.ini wordt opgeslagen in de map C:\Phoenix.
Phoenix.bak is een identieke kopie van Phoenix.ini. Iedere keer dat Phoenix.ini wordt
opgeslagen, slaat de CNC Phoenix.bak op. Als het bestand Phoenix.ini gecorrumpeerd
raakt, laadt de CNC de instellingen in Phoenix.bak en maakt een nieuw Phoenix.ini-bestand
aan. Phoenix.bak wordt opgeslagen in de map C:\Phoenix.
EDGE Connect
Handleiding voor installatie en configuratie
Installatiebestanden Phoenix
VOORZICHTIG
809345
187
Advertenties
Inhoudsopgave
