Gebruiksaanwijzing Primus 1058 Life
7 Veiligheidscontrole - Testvoorschrift | 7.2 Handleidingen voor de veiligheidscontrole
ACP's aan de behandelunit
Aan de behandelunit moeten geen ACP's tijdens de meting met de randaarde
(PE) worden verbonden, omdat alle relevante onderdelen van fabriekswege met
de randaarde (PE) zijn verbonden en in de controle zijn opgenomen.
ACP's aan de behandellampen
Aan de behandellampen moeten geen ACP's tijdens de meting met PE worden
verbonden, omdat alle relevante onderdelen in de fabriek met PE zijn verbon-
den en in de controle opgenomen.
Weerstand randaarde [SL] meten
Grenswaarde: < 0,3 Ω (maximale waarde!)
INSTRUCTIE
De intactheid van de elektrische leiding, in het bijzonder van de randaarde
van de elektrische leiding moet zijn gegarandeerd. Omdat deze vast is ge-
plaatst, kan de beoordeling plaatsvinden aan de hand van een visuele inspec-
tie. Bij vastgestelde beschadigingen moet in overeenstemming met de gege-
vens in de algemene instructies te werk worden gegaan.
INSTRUCTIE
Bij deze meting mag de weerstand van de randaardeverbindingen van het
stroomnet in acht worden genomen.
INSTRUCTIE
Indien van toepassing: met alle verwijderbare elektrische leidingen die voor
het gebruik ter worden beschikking worden gesteld, moet rekening worden
gehouden en de betreffende SL moet worden gemeten.
Randaardemeting
De randaardeweerstand moet aan de volgende onderdelen worden gemeten:
▪ Behandelunit
▪ Behandellamp
▪ Extra onderdelen
INSTRUCTIE
Bijkomende meetpunten SL X moeten bij hulpstukken in acht worden geno-
men, bijv. hulpstukken zoals aansluiting van bijkomende apparatuur, camera-
module van het patiëntencommunicatiesysteem, enz.
Zie ook:
8 Bijlage - Bijkomende meetpunten, Pagina 119
108 / 132