Ga als volgt te werk om het aantal getoonde decimalen aan te geven:
\5
1.
Druk op
2. Voer het aantal cijfers in
weergeven. Druk op
Het aantal getoonde decimalen aangeven in hoofdstuk 2 voor meer informatie over
het wijzigen van de getallenweergave.
Een datum invoeren in de datumnotatie M.DY:
1.
Voer een of twee cijfers in voor de maand.
7
2. Druk op
3. Voer een of twee cijfers in voor de dag.
4. Voer vier cijfers in voor het jaar.
\Ç
5. Druk op
weergeven.
Druk om een datum in te voeren in de notatie D.MY op
verschijnt.
1.
Voer een of twee cijfers in voor de dag.
7
2. Druk op
3. Voer twee cijfers in voor de maand.
4. Voer vier cijfers in voor het jaar.
\Ç
5. Druk op
weergeven.
Met de invoertoets
U kunt datums voor datumberekeningen en het aantal dagen ook invoeren met
Een datum invoeren in de indeling M.DY met
1.
Voer een of twee cijfers in voor de maand.
7
2. Druk op
3. Voer een of twee cijfers in voor de dag.
4. Voer vier cijfers in voor het jaar.
Æ
5. Druk op
Meer informatie over het gebruik van de datumfunctie en aantal dagenfunctie als in-line-
functies, of met de toets
In-line-functies in hoofdstuk 2.
100
Kalenderindelingen en datumberekeningen
.
:
tot en met
S
om de volledige datum weer te geven. Zie het gedeelte
.
\Ä
of
.
\Ä
of
.
.
Æ
, vindt u in de onderstaande voorbeelden en het gedeelte
d
die u achter de komma wilt laten
om de datum in de geselecteerde notatie te laten
]È
om de datum in de geselecteerde notatie te laten
Æ
:
totdat de indicator D.MY
Æ
.