Als alle waarden zijn ingevoerd, kan op de
de instellingen toe te passen.
Opmerking
Instellen van het aantel meetpunten
De Transiënt recorder meet een aantal samples van het ingangssignaal.
Dit aantal wordt de recordlengte genoemd. Er zijn drie manieren om de
recordlengte in te stellen: via het Recordlengte menu, met functietoetsen
of met de
Het Recordlengte menu is te vinden in het Tijdbasis menu. In het menu
zijn een aantal recordlengtes opgenomen en een keuze voor een zelf te
definiëren recordlengte. Dit gaat via een dialoog waarin de gewenste
lengte ingevoerd kan worden (binnen de hardware limieten). Het Tijd-
basis menu kan ook geopend worden door de rechter muisknop in te
drukken op de horizontale as.
De functietoetsen die gebruikt kunnen worden voor het instellen van de
recordlengte zijn:
<
>
F11
<
>
F12
Voor de derde manier om de recordlengte in te stellen, zie
de meetsnelheid
Metingen verrichten
Voordat met de transiënt recorder gemeten kan worden, moeten de
kanalen en de tijdbasis eerst volledig ingesteld worden.
De transiënt recorder
De timing in de hardware wordt opgewekt met een kristal
en programmeerbare delers. Hiermee kunnen vrijwel alle
meettijden gerealiseerd worden. Wanneer op de
is gedrukt, zal de software de deelfactoren voor de delers
bepalen, en zodanig dat de gewenste meettijd zo dicht mo-
gelijk benaderd wordt. Hiertoe worden veel combinaties
gecontroleerd. Tijdens het bepalen verandert de muis aan-
wijzer in een zandloper.
Transiënt recorder meetsnelheid
Maak de recordlengte een stand korter
Maak de recordlengte een stand langer
.
knop gedrukt worden om
OK
dialoog.
knop
OK
Instellen van
95