Het ingangsbereik instellen
In de voltmeter kan de gevoeligheid ingesteld worden door middel van
de kanaal instellingen dialoog.
De kanaal instellingen dialoog wordt actief gemaakt door de optie Kanalen
uit het Instellingen menu te kiezen. In dit dialoog zijn zowel de in-gangsge-
voeligheden als autoranging beschikbaar.
Om autoranging aan te zetten zijn in de Voltmeter speciale knoppen
aanwezig. Als autoranging is ingeschakeld, staat er
anders de gevoeligheid die is ingesteld. Indruken van de rechter muisknop
op de knop brengt een menu met de gevoeligheden naar voren.
Opmerking
Een andere manier om de gevoeligheid in te stellen is door middel van
het toetsenbord. Enkele toetsen zijn gereserveerd voor het instellen van
de ingangsgevoeligheid van beide kanalen. Deze toetsen zijn:
<
>
F5
<
>
F6
<
>
F7
<
>
F8
De signaalkoppeling instellen
Het ingangssignaal kan direct gekoppeld worden aan de ADC (DC) of via
een condensator aan de ADC (AC).
Bij Koppeling DC wordt het gehele signaal (AC+DC) doorgelaten.
Bij Koppeling AC wordt alleen het AC deel van het ingangssignaal doorge-
laten. Het is dan mogelijk een rimpel van bijvoorbeeld ±50 mV op een
30 V DC spanning te meten, doordat alleen de rimpel doorgelaten wordt
en niet de DC spanning. AC spanningen met een frequentie lager dan ±4
Hz worden niet goed gekoppeld.
74
Wanneer autoranging is ingeschakeld, kunnen verscheidene
metingen nodig om de juiste gevoeligheid te vinden, afhan-
kelijk van het ingangssignaal.
Verhoog de gevoeligheid van kanaal 1
Verlaag de gevoeligheid van kanaal 1
Verhoog de gevoeligheid van kanaal 2
Verlaag de gevoeligheid van kanaal 2
op de knop,
Auto
Hoofdstuk 3