Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

TiePie WinSoft Gebruikershandleiding

Windows software voor tp112; tp801; hs801; handyscope 2; handyscope 3
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikershandleiding
WinSoft
Windows software
voor
TP112
TP801
HS801
2
HANDYSCOPE
HANDYSCOPE 3
engineering
TiePie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor TiePie WinSoft

  • Pagina 1 Gebruikershandleiding WinSoft Windows software voor TP112 TP801 HS801 HANDYSCOPE HANDYSCOPE 3 engineering TiePie...
  • Pagina 2 TiePie engineering. Trademarks: Microsoft is a trademark and Windows is a registered trademark of Micro- soft Corporation.
  • Pagina 3 Gebruikershandleiding WinSoft Windows software voor TP112 TP801 HS801 HANDYSCOPE HANDYSCOPE 3 engineering TiePie...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Introductie ........7 De software .
  • Pagina 6 Lees alle in bestand aanwezige signalen in ..28 Lees alleen huidig weergegeven signalen in ..28 Signalen vergelijken met behulp van de referentiekanalen ..29 - Vullen van de referenties .
  • Pagina 7 - Instellen van de pretriggerwaarde ....50 - Muisgevoeligheid van de pretriggerwaarde-instelling ..52 - Uitrekken van de horizontale as ..... 52 - Instellen van de horizontale positie van het signaal .
  • Pagina 8 Het meetsysteem van de voltmeter ....72 - Instellen van het frequentiebereik ....72 Kanalen weergeven .
  • Pagina 9 - Stop het meten ....... . 96 - Scroll mode ........96 Signalen vergelijken met behulp van de referentiekanalen .
  • Pagina 10 De blokgolfgenerator ......117 De functiegenerator ......119 Principe van de functiegenerator .
  • Pagina 11: Introductie

    Introductie Deze handleiding is bedoeld als een toevoeging bij de gebruikershandlei- ding bij het instrument. Die handleiding beschrijft de hardware en indien beschikbaar ook de DOS software. Deze handleiding beschrijft de Windows software. Er wordt in deze handleiding vanuit gegaan dat de lezer/gebruiker een zekere basiskennis heeft van het werken met programma's onder Win- dows, het werken met muis en menu's in windows-applicaties.
  • Pagina 12 Stel het triggerniveau, de triggerhysteresis en de triggerhelling in door te slepen en te dubbelklikken. Druk op de rechter muisknop en stel alles van het triggersysteem in. Zet autoranging voor kanaal 1 aan of uit. Druk op de rechter muis- knop en stel de gevoeligheid van kanaal 1 in.
  • Pagina 13 De staafgrafiek van display 2 van kanaal 1, voor een snelle indicatie van de signaalgrootte Display 1 van kanaal 1, druk hier op de rechter muisknop om het display in te stellen Reset de minimum en maximum waarden Zet het meten stil met deze knop Verricht op gezette tijden een meting en zet de gemeten waarde op papier Verricht op gesette tijden een meting en zet het resultaat in een...
  • Pagina 14 Versleep dit uiteinde van de as en stel daardoor de gain van kanaal 1 in. Druk op de rechter muisknop en stel alles van kanaal 1 in. Met de Stop knop wordt de transiënt recorder gestopt Start de meting met de transiënt recorder Zoom in op een bepaald gedeelte van het signaal Wis het scherm en verwijder het bestaande signaal De tijdas is in te stellen in sampletijden en in datum en tijd via het...
  • Pagina 15 Dubbelklik hier om kanaal 1 aan te zetten Deze LED geeft aan of het ingangssignaal geclipt is of niet Druk op deze knop en plaats kommentaarlabel in het signaal- scherm Druk op de knop om een windowfunctie voor de FFT in Window te stellen Zet het meten stil...
  • Pagina 17: De Software

    Hoofdstuk 1 De software Benodigdheden Om deze Windows software te gebruiken heeft u nodig: een IBM compatibele PC/AT met Pentium processor of hoger (mathematische co-processor aanbevolen) Microsoft Windows 3.11 of hoger 32 MB RAM 8 MB vrije hardeschijf ruimte CD-ROM station een muis of ander aanwijsapparaat Optioneel een geluidskaart met wave file play back en/of general MIDI...
  • Pagina 18 De installatie wordt nu gestart en vraagt om de taal die tijdens de installa- tie gebruikt moet worden. Deze taal wordt ook als standaard taal voor de meetsoftware ingesteld. Kies om verder te gaan. Doorgaan Nu kunnen de schijf en de directory voor de meetsoftware ingesteld worden.
  • Pagina 19: De Struktuur Van Het Programma

    De struktuur van het programma Het programma bevat 4 geïntegreerde meetinstrumenten, die beschik- baar zijn op de instrumenten taakbalk: Een oscilloscoop Een true RMS voltmeter Een transiënt recorder Een spectrum analyzer Wanneer een instrument niet actief is (instrument knop is niet ingedrukt), kan het instrument ingeschakeld worden door met de linker muisknop op de instrument knop te drukken.
  • Pagina 20: Starten Van Het Programma

    Het programma kan gestart worden door in de programmagroep die door de installatie gemaakt is, het pictogram met de naam van het hardware-instrument te dubbelklikken. Er verschijnt een introscherm met het logo van TiePie engineering, de naam van het instrument, de programmaversie en een copyright mede- deling.
  • Pagina 21 < > Verplaats de recordviewscrollbar naar links < > Verplaats de recordviewscrollbar naar rechts < > Zet de signaal koppeling van kanaal 1 op AC < > Zet de signaal koppeling van kanaal 2 op Shift+A < > Zet de signaal koppeling van kanaal 1 op <...
  • Pagina 22: Bediening Met De Muis

    Bediening met de muis Alle objecten in de instrumentwindows geven toegang tot de bijbehoren- de instellingen door met de rechter muisknop op het betreffende object te drukken. Een popup menu verschijnt waarin alle gerelateerde instel- lingen te veranderen zijn. Wanneer de muis op een object in een instrument window wordt ge- plaatst, verschijnt er een "fly over hint"...
  • Pagina 23: Instrument Taakbalk Altijd Zichtbaar

    De positities en afmetingen van de verschillende windows worden ook bewaard en weer ingelezen. Instrument taakbalk altijd zichtbaar Het is mogelijk de instrument taakbalk altijd boven de instrument win- dows te laten blijven. De taakbalk is dan altijd zichtbaar. Dit kan ingesteld worden op de pagina, met het Algemeen...
  • Pagina 24: Apparaat Informatie

    voeren, op de knop op de pagina. Standaard tekst Algemeen Er verschijnt dan een invoerdialoog. Drie regels tekst kunnen hier worden ingevoerd. Druk op < > om tussen de drie regels te schakelen, of klik de muis in de gewenste regel. De tekst wordt bij het sluiten van het programma opgeslagen en bij het starten van het programma weer ingelezen.
  • Pagina 25: Hardware Zoeken

    stand als op de kaart worden gezet. Hardware zoeken Wanneer een extern meetinstrument (HS801, HANDYSCOPE 2, HANDYSCOPE 3) gebruikt wordt en het programma wordt gestart zonder dat het meetinstrument aanwezig is, verschijnt er een dialoog waarin de gebruiker op de hoogte wordt gesteld dat de hardware niet gevonden is.
  • Pagina 26: Terugzetten Van De Fabriekskalibratiewaarden

    Stelt de huidige waarden in de tabel in als de kalibra- Toepassen tiewaarden die gebruikt moeten worden. Er wordt een meting gedaan om het resultaat weer te geven. Toepassen is pas permanent als er op de Doorgaan knop gedrukt wordt. Terugzetten van de fabriekskalibratiewaarden De TP801, HS801, de HANDYSCOPE 2 en de Handyscope 3 hebben een set kalibratiewaarden in EEPROM die bij het starten van het pro-...
  • Pagina 27: Instellen Van Het Type Duty Cycle

    Instellen van het type duty cycle In de voltmeter met de kruisdraden kan de duty cycle van een signaal bepaald worden. Het programma kan de duty cylce op twee manieren bepalen: de normale duty cylce geeft het percentage weer dat het signaal 'hoog' in ten opzichte van de totale periode de geïnverteerde duty cycle geeft het percentage weer dat het signaal 'laag' ten opzichte van de totale periode...
  • Pagina 28: Instrumentinstellingen Opslaan Op Schijf

    Wanneer meer dan een instrument is geselekteerd om in- Opmerking geschakeld te worden bij het starten van het programma, wordt het instellingenbestand dat hoort bij het instrument met de hoogste 'prioriteit' ingelezen. De prioriteitsvolgorde is: eerst de transiënt recorder, dan de oscilloscoop, de volt- meter en als laatste de spectrum analyzer.
  • Pagina 29: Meetwaarden Op Schijf Opslaan

    Open het Bestand menu en selecteer Lees instrumentinstelling... om een instrumentinstelling van schijf in te lezen. Een open-dialoog verschijnt waarin de schijfeenheid, directory en bestandsnaam voor de instellingen kan worden geselecteerd. Na op de knop gedrukt te hebben, wordt het bestand ingelezen en worden instrumenten volgens de instellingen in het bestand inge- alle...
  • Pagina 30: Instellen Van Het Gegevensbestandstype

    Ofschoon de twee instellingenbestanden eenvoudig te lezen Opmerking en te wijzigen zijn, wordt aangeraden dit niet te doen, om te voorkomen dat ongeldige instellingscombinaties worden gemaakt en de gegevens niet meer in te lezen zijn. Wanneer de gekozen bestandsnaam al bestaat, wordt een waarschuwing gegeven.
  • Pagina 31: Opgeslagen Meetgegevens Inlezen Van Schijf

    Om het gegevensbetandstype in te stellen, moet de menukeuze Gege- vensbestandstype uit het Bestand menu worden geactiveerd. In het menu dat dan verschijnt kan de keuze gemaakt worden. De huidige keuze wordt met een vinkje aangegeven. De ingestelde keuze wordt opgeslagen in het instellingenbestand van het programma en wordt bij het starten van het programma weer ingelezen.
  • Pagina 32: Instellen Van De Golfvorm-Inlees-Methode

    Opgeslagen meetgegevens van de Voltmeter kunnen in de Opmerking osciloscope en de transiënt recorder worden ingelezen. De waarden van display 1 van kanaal 1 komen in kanaal 1 van de oscilloscoop. De waarden van display 2 van kanaal 1 komen in referentie 1 van de oscilloscoop.
  • Pagina 33: Signalen Vergelijken Met Behulp Van De Referentiekanalen

    Signalen vergelijken met behulp van de referentiekanalen Om live signalen met andere signalen te vergelijken hebben de oscillo- scoop, de transiënt recorder en de spectrum analyzer twee referentie kanalen, R1 en R2. R1 is een referentie voor kanaal 1 en R2 is een refe- rentie voor kanaal 2.
  • Pagina 34: Referentiekanalen Aan- En Uitschakelen

    Referentiekanalen aan- en uitschakelen Een referentiekanaal aan of uit schakelen kan met behulp van de keuze Geef Refx weer uit het Referenties menu, waarbij "x" voor 1 of 2 staat. Het kan ook met behulp van knoppen op de knoppenbalk: voor Referen- tie 1 en voor Referentie 2.
  • Pagina 35: Documentatie Van Meetgegevens

    Wanneer de referentiekanalen zijn gevuld met gegevens van schijf en het kommentaar van de referentie moet gewijzigd worden, moet dit gedaan worden met Werk kommentaar bij... uit het Referenties menu. Na active- ren van de keuze verschijnt een invoerdialoog waarin de drie regels tekst kunnen worden ingevoerd of gewijzigd.
  • Pagina 36: Een Kommentaarlabel Bewerken

    Deze kommentaarlabels worden in het signaalscherm geplaatst op een specifike positie ten opzichte van het signaal. De labels bevatten tekst en kunnen met een pijl naar een bepaald punt op het scherm wijzen. De vorm van het label en de pijl, de tekst, en de kleuren kunnen naar eigen wensen worden ingesteld.
  • Pagina 37: Pijlpunt Vorm

    Pijlpunt vorm De pijlpunt kan verschillende vormen hebben: Geen punt, een vierkant, en cirkel, een driehoek en een pijl. Wanneer Geen punt is geselecteerd, wordt alleen een lijn van het label naar het einde van de pijl gtekend. Wanneer de Pijl is geselecteerd, wordt een driehoekje getekend dat altijd van hel label vandaan "wijst".
  • Pagina 38 gegeven wordt, waar zich het triggerpunt bevindt en waar de (eventuele) kruisdraden staan. Als de kruisdraden ingeschakeld zijn, worden ze getekend en wordt een tabel met de uitlezing afgedrukt. Als kommentaarlabels zijn geplaatst, worden ze ook in de uitdraai weer- gegeven, op dezelfde plaats en manier als op het scherm.
  • Pagina 39: Afsluiten Van Het Meetprogramma

    Als de HS801 of de HANDYSCOPE 2 op dezelfde poort is aangesloten als de printer, ontstaat nu een klein probleem. Er verschijnt een bood- schap dat de HS801 of de HANDYSCOPE 2 losgekoppeld moet worden van de computer en de printer moet worden aangesloten. Is dat gedaan, druk dan op De uitdraai wordt nu naar de printer verstuurd.
  • Pagina 40 Hoofdstuk 1...
  • Pagina 41: De Oscilloscoop

    Hoofdstuk 2 De oscilloscoop De oscilloscoop is een instrument waarmee elektrische spanningen, variërend in tijd, weergegeven kunnen worden. Met een oscilloscoop kunnen tijdafhankelijke signalen eenvoudig bestudeerd worden. De oscilloscoop heeft twee gescheiden ingangen, kanalen, die apart configureerbaar zijn. Het is een digitale sampling oscilloscoop. Dit betekent dat de oscilloscoop samples neemt van het ingangssignaal, op gezette tijden.
  • Pagina 42: Aliasing

    Aliasing Een nadeel van digitale sampling oscilloscopen is het feit dat aliasing op kan treden. Aliasing ontstaat wanneer een te lage en daardoor verkeerde samplefre- quentie wordt gebruikt. De onderstaande illustratie toont hoe aliasing onstaat. Tin = 0.8 ms Tsample = 1 ms Tschijnbaar = 4 ms Het ingangssignaal is een driehoekssignaal met een frequentie van 1.25 kHz (bovenste signaal in de afbeelding).
  • Pagina 43: Kanalen Weergeven

    Kanalen weergeven De beide kanalen van de oscilloscoop kunnen volgens verschillende methoden gemeten worden: er wordt alleen van kanaal 1 gemeten. er wordt alleen van kanaal 2 gemeten. Ch1 en Ch2 er wordt tegelijkertijd van zowel kanaal 1 als kanaal 2 geme- ten.
  • Pagina 44: Middeling

    een vooraf ingesteld aantal metingen bereikt is. Om dit nummer in te stellen moet het envelope menu geopend worden. Het envelope menu is te openen door met de rechter muisknop op de knop ( Envelope te drukken. Het aantal is ook in te stellen door de keuze Envelope herstel- len na uit het Meetwijze menu te selecteren.
  • Pagina 45: Math Mode

    Middeling wordt iedere keer gereset dat een hardware-instelling veran- dert (gevoeligheid, sample frequentie etc.) en wanneer het ingetelde aantal is bereikt. Wanneer presamples zijn ingesteld, zal middeling veel in- Opmerking vloed op hebben op de signaalvorm in de presamples, om- dat dit gedeelte vaak verandert.
  • Pagina 46: De Ingangsgevoeligheid Instellen

    Omdat de mogelijkheden van de beide kanalen gelijk zijn, wordt alleen kanaal 1 hier uitgelegd, alles geldt ook voor kanaal 2. Met de keuze Ch1 (of Ch2) uit het hoofdmenu komt een menu tevoor- schijn waarin alle eigenschappen van het kanaal kunnen worden ingesteld. De ingangsgevoeligheid instellen De ingangsgevoeligheid van een kanaal bepaalt hoe groot een bepaald signaal weer wordt gegeven, hoe lager de gevoeligheid, des te groter...
  • Pagina 47: De Vertikale Positie Instellen

    Het ingangssignaal kan direct gekoppeld worden aan de ADC (DC) of via een condensator aan de ADC (AC). Bij Koppeling DC wordt het gehele signaal (AC+DC) doorgelaten. Bij Koppeling AC wordt alleen het AC deel van het ingangssignaal doorge- laten. Het is dan mogelijk een rimpel van bijvoorbeeld ±50 mV op een 30 V DC spanning te meten, doordat alleen de rimpel doorgelaten wordt en niet de DC spanning.
  • Pagina 48: Vergroten Of Verkleinen Van De Vertikale As

    Bij de TP801 en de HS801 is de vertikale positie van een kanaal op twee manieren in te stellen: met een hardware methode en met een software methode. Bij de TP112, de HANDYSCOPE 2 en de HANDYSCOPE 3 kan dit alleen met de software methode. Als de hardware methode gebruikt wordt, wordt een instelbare DC spanning het sampelen toegevoegd aan het ingangssignaal.
  • Pagina 49: Een Kanaal Inverteren

    De gemeten waarden kunnen versterkt en verzwakt worden door de software. Door dit te doen wordt de verticale as vergroot of verkleind. Bovenstaande kan gebruikt worden om twee signalen van verschillende grootte visueel even groot te maken, zodat ze makelijker vergeleken kunnen worden.
  • Pagina 50: De Kanaalschalingsknop

    De inverteer optie is opgenomen in het Ch1 en Ch2 menu. In dit menu zijn twee keuzes beschikbaar: Inverteer aan en Inverteer uit. Er zijn twee toetsen beschikbaar waarmee inverteren aan en uit gezet kan worden: < > keert de invertering van kanaal 1 om <...
  • Pagina 51: De Meeteenheid Van Een Kanaal Aanpassen

    De kanaalschalingsknop voor kanaal 1 staat aan de linker kant van de knoppenbalk, voor kanaal 2 aan de rechter kant van de knoppenbalk. De meeteenheid van een kanaal aanpassen Normaal worden langs de verticale as spanningen weergegeven. De meeteenheid is in dat geval Volt en de getallen langs de as komen over- een met de grootte van het ingangssignaal.
  • Pagina 52: De Muisgevoeligheid Van De Vertikale As

    temperatuur direct afgelezen worden. Het is ook mogelijk een offset aan de getallen langs de verticale as toe te voegen. De offset kan ingevoerd worden in het dialoog dat aangeroepen wordt door de optie Meeteenheid offset... uit het Ch1 of Ch2 menu te kiezen.
  • Pagina 53: Instellen Van De Tijdas

    Instellen van de tijdas Langs de horizontale as van een oscilloscoop wordt de meettijd uitgezet. De meettijd is bepaald door het aantal meetpunten en de snelheid waar- mee gemeten wordt. Instellen van de samplefrequentie De samplefrequentie bepaalt de snelheid waarmee het instrument sam- ples neemt van het ingangssignaal.
  • Pagina 54: Instellen Van De Record Lengte

    Instellen van de record lengte De oscilloscoop neemt een aantal samples om het ingangssignaal weer te geven. Dit aantal samples wordt de recordlengte genoemd. Er zijn twee manieren om de recordlengte te veranderen: via een menu of met func- tietoetsen. Open het Tijdbasis menu en selecteer de keuze Recordlengte om via het menu de recordlengte aan te passen.
  • Pagina 55 Er zijn twee manieren om de pretriggerwaarde te veranderen: via een menu of met behulp van de speciale pretriggerwaarde scrollbar, die zich onder het signaalscherm bevindt. Deze speciale scrollbar representeert het totale record en de slilder ( representeert de positie van het triggerpunt. In de bovenstaande afbeel- ding is de triggerwaarde op 25% gezet.
  • Pagina 56: Muisgevoeligheid Van De Pretriggerwaarde-Instelling

    Muisgevoeligheid van de pretriggerwaarde-instelling De muisgevoeligheid bij het instellen van de pretriggerwaarde met behulp van de pretriggerwaarde scrollbar kan ingesteld worden van grof naar fijn, van 4 stappen per scherm tot 100 stappen per scherm. Instellen gaat door het Tijdbasis menu te openen en Muisgevoeligheid pretriggerwaarde instelling te activeren.
  • Pagina 57: Instellen Van De Horizontale Positie Van Het Signaal

    Om de record view gain via het menu te veranderen, moet het Tijdbasis menu worden geopend en de keuze Record view gain... geselecteerd worden. Er verschijnt nu een invoerdialoog waarin de nieuwe waarde voor de record view gain ingevoerd kan worden. Instellen van de horizontale positie van het signaal Wanneer een record view gain >...
  • Pagina 58: Triggering

    naar de gewenste plaats te slepen. Als die bereikt is, kan de muisknop weer losgelaten worden (de oorspronklijke muisaanwijzer komt terug). Tijdens het verslepen wordt ook de record view gain aangepast en zijn de veranderingen gelijk op het scherm zichtbaar. De minimale sliderbreedte is 10 beeldschermpunten Opmerking (pixels) en de scrollbarbreedte is afhankelijk van de grootte...
  • Pagina 59: Instellen Van De Triggerbron

    Het ingangssignaal wordt vergeleken met twee niveaus in het triggersys- teem, het arming level en het firing level. Wanneer het ingangssignaal het arming level passeert, wordt het triggersysteem op scherp gezet. Als het ingangs signaal het firing level passeert en het triggersysteem staat op scherp, dan wordt het triggersysteem actief een "vuurt"...
  • Pagina 60: Instellen Van De Trigger Mode

    De TP112 en de HANDYSCOPE 2 hebben geen AND en Opmerking OR triggerbron De HANDYSCOPE 2 heeft geen externe triggerbron De keuzen Ch1 AND Ch2 en Ch1 OR Ch2 zijn alleen be- schikbaar wanneer beide kanalen gemeten worden Ga, als de triggerbron veranderd moet worden, naar het Trigger menu en kies Source.
  • Pagina 61: Instellen Van Het Trigger Niveau

    Neergaande flank naar Opgaande flank Opgaande flank naar Neergaande flank TV Line naar TV Field odd TV Field odd naar TV Field even TV Field Even naar TV Line Instellen van het trigger niveau Een trigger niveau instellen kan op diverse manieren: via een menu, via het trigger symbool of automatisch.
  • Pagina 62: Het Triggersymbool

    Als triggerbron Extern is geselecteerd, kan geen trigger ni- Opmerking veau ingesteld worden. Het triggersymbool De oscilloscoop is uitgerust met een speciaal trigger symbool waarmee het trigger niveau, de trigger hysteresis en de trigger mode ingesteld kunnen worden. Dit WYSIWYG trigger symbool bevindt zich aan de linker kant van het signaalscherm of aan de rechter kant van het signaal- scherm, afhankelijk van de trigger source.
  • Pagina 63: Instellen Van De Trigger Timeout

    daarbij de muisknop ingedrukt houdend. Tijdens het slepen wordt de trigger hysteresis aangepast overeenkomstig de grootte van het symbool op het scherm. Wanneer de muisknop wordt losgelaten stopt het instel- len van de trigger hysteresis en komt de normale muisaanwijzer terug. Om de trigger mode in te stellen met het triggersymbool, moet de muis op het symbool worden geplaatst.
  • Pagina 64: Metingen Verrichten

    niveau waarop niet getriggerd kan worden te bekijken. In de dialoog bevindt zich ook een aankruisvakje voor een oneindige timeout. Als dit vakje is aangekruist zal de oscilloscoop oneindig lang wachten tot het ingangssignaal aan de triggervoorwaarden voldoet. Dit is handig bij eenmalige metingen en bij de auto disk functie.
  • Pagina 65: Auto Disk Metingen Verrichten

    Continu meten kan weer gestart worden door: door op de knop te Play drukken, door op de toets < > te drukken of door de menukeuze Start het continue meetproces uit het Meetwijze menu te activeren. knop wordt weer uitgeschakeld. One shot Auto disk metingen verrichten De oscilloscoop kan metingen automatisch op schijf opslaan.
  • Pagina 66: Automatisch Instellen

    knop te drukken. De knop verandert in een knop en het Annuleren Stop meten begint. De auto disk metingen stoppen wanneer op de knop wordt gedrukt Stop of wanneer de schijf vol is. In de root van een schijf kunnen maximaal 128 bestanden Opmerking opgenomen worden.
  • Pagina 67: Kruisdraadmetingen Verrichten

    De auto setup doet niets met de signaal koppeling en de meetwijze (ka- naal 1, kanaal 2 of kanaal 1 en 2). Kruisdraadmetingen verrichten Voor het uitvoeren van metingen op de gemeten waarden zijn twee paar kruisdraden beschikbaar. Elk paar kruisdraden bestaat uit een horizontale en een vertikale draad, die overal binnen (en buiten) het signaalscherm geplaatst kunnen worden.
  • Pagina 68: Instellen Van De Kruisdraadmetingen

    Kruisdraden die buiten het scherm staan kunnen binnen het scherm gehaald worden door de muis aanwijzer op de rand van het scherm te zetten waar de kruisdraad zich voorbij bevindt. De muis aanwijzer zal van vorm veranderen. De positie van de kruisdraden in het record wordt ook weergege- ven in de record schaling scrollbar, met twee rode lijntjes.
  • Pagina 69: Spanning

    bruik te maken van het aantal punten tussen de 10% en 90% posities wordt de stijgtijd be- paald. Stijgtijd rechts: de stijgtijd van het signaal op de positie van de rechter kruisdraad wordt bepaald. Sample tijd links: door gebruik te maken van de positie van de linker kruisdraad, wordt de tijd waarop het geselecteerde sample genomen is weergege- ven.
  • Pagina 70: Slew Rate

    Slew rate Slew rate links: de slew rate op de positie van de linker kruis- draad wordt bepaald. De slew rate is het spanningsverschil wat een signaal stijgt of daalt per milliseconde. Slew rate rechts: de slew rate op de positie van de rechter kruisdraad wordt bepaald.
  • Pagina 71: Auto. Volgende Kruisdraden

    Auto. volgende kruisdraden Indien deze optie ingeschakeld is, worden de spanningsniveau's van de kruisdraden automatisch gelijk gesteld aan de spanningsniveau's van de bijbehorende samples. Bereken waarde Indien deze optie uitgeschakeld is, worden geen nieuwe berekeningen gedaan totdat de optie ingeschakeld wordt. Geef naam van meting weer Geef gemeten waarde weer Geef meeteenheid weer...
  • Pagina 72: Kruisdraaduitlezing Tonen Of Verbergen

    op het toetsenbord indrukken. Kruisdraaduitlezing tonen of verbergen Het linker knopje van de twee knopjes rechts boven in de titelbalk van het kruisdraaduitlezing venster kan gebruikt worden om de tabel met de gemeten waarden te laten zien ( ) of te verbergen ( ).
  • Pagina 73 De oscilloscoop...
  • Pagina 74 Hoofdstuk 2...
  • Pagina 75: De Voltmeter

    Hoofdstuk 3 De voltmeter Wanneer van de ingangssignalen alleen de grootte belangrijk is en niet de tijdsrelatie of de frequentiecomponenten, is de voltmeter een geschikt instrument. Het programma is uitgerust met een twee-kanaals voltmeter met digitale en analoge uitlezing. De werking van de voltmeter is als volgt: Er worden minimaal 200 meetpunten gemeten.
  • Pagina 76: Het Meetsysteem Van De Voltmeter

    Van alle instrumenten heeft de voltmeter de laagste instellingenprioriteit. Dit betekent dat wanneer bijvoorbeeld ook de oscilloscoop actief is, automatisch de recordlengte en het aantal pre- en postsamples van de oscilloscoop gebruikt worden in de voltmeter. De voltmeter gebruikt alleen de postsamples om de metingen op te verrichten. Wanneer min- der dan 200 postsamples beschikbaar zijn, worden er in de voltmeter geen berekeningen uitgevoerd en wordt een waarschuwingsmededeling weergegeven.
  • Pagina 77: Kanalen Weergeven

    bereik houdt in dat de samplefrequentie aangepast wordt. Door de keu- ze Frequentiebereik uit het Instellingen menu te selecteren, kan een fre- quentiebereik geselecteerd worden. De frequenties geven de middenfre- quentie weer van het bereik waarbinnen de voltmeter correct meet. Het frequentiebereik loopt van 0.2 x f tot 5 x f .
  • Pagina 78: Het Ingangsbereik Instellen

    Het ingangsbereik instellen In de voltmeter kan de gevoeligheid ingesteld worden door middel van de kanaal instellingen dialoog. De kanaal instellingen dialoog wordt actief gemaakt door de optie Kanalen uit het Instellingen menu te kiezen. In dit dialoog zijn zowel de in-gangsge- voeligheden als autoranging beschikbaar.
  • Pagina 79: Instellen Van Een Dc Hardware Offset

    Er zijn drie manieren om de signaalkoppeling in te stellen. Dit zijn: door op de koppelingsknop te drukken, door toetsen in te drukken of door middel van de kanaal instellingen dialoog. De kanaal instellingen dialoog kan geactiveerd worden door de Kanalen optie uit het Instellingen menu te selecteren.
  • Pagina 80: Instellen Van De Displays

    Instellen van de displays De voltmeter kan de gemeten waarden op verschillende manieren, in een tot en met zes displays, weergeven. Onder de displays wordt een staafdiagram met de huidige waarde in grafisch formaat weergegeven. Door de keuze Displays uit het Instellingen menu te selecteren, verschijnt een dialoog waarmee de instellingen van alle displays gewijzigd kunnen worden.
  • Pagina 81: Displays Aan En Uit Zetten

    loog op het scherm staat. Displays aan en uit zetten Een display kan aan gezet worden door een kruisje in het vakje Geef te plaatsen. Als een display wordt aangezet terwijl het be- display weer treffende kanaal niet aan staat, dan wordt het aanzetten genegeerd. Als alle zes displays aanstaan, is de opbouw als volgt: de linkse kolom displays horen bij kanaal 1 de rechtse kolom displays horen bij kanaal 2...
  • Pagina 82 is nul. De top-top spanning van een zuivere sinus met een effectieve waarde van 1 volt is 2.828 volt. Van de 200 samples wordt de gemiddelde waarde Gem. waarde berekend. De gemiddelde waarde van een varieren- de spanning is gelijk aan die van een gelijkspanning die in dezelfde tijd dezelfde lading verplaatst.
  • Pagina 83 topwaarde TOPFACTOR RMS waarde De voltmeter...
  • Pagina 84: De Berekende Waarde Weergeven

    De topwaarde is de hoogste gemeten spanning ten opzichte van de nullijn van het signaal. Van het aangeboden signaal wordt de frequentie be- Frequentie paald. Bij frequenties lager dan 0.5 Hz wordt 0 Hz aangegeven. De frequentie kan bepaald worden voor één kanaal.
  • Pagina 85 De waarden van kanaal 1 en kanaal 2 worden bij elkaar CH1+CH2 opgeteld, het resultaat wordt weergegeven. De waarde wordt vergeleken met de hoog waarde. Is de > then HI waarde groter dan de hoog waarde, dan wordt PASS weer- gegeven, anders wordt LO weergegeven.
  • Pagina 86: De Meeteenheid Aanpassen

    Het resultaat van de berekening LOG(2/1) meetwaarde CH2 meetwaarde CH1 wordt weergegeven. De meeteenheid aanpassen Normaliter heeft iedere meting een eigen meeteenheid. De voltmeter biedt de mogelijkheid, per display, de meeteenheid te wijzigen in een van de twaalf voorgedefinieerde of een gebruikersgedefinieerde eenheid. De meeteenheid kan gekozen worden met de Weergave eenheid selector.
  • Pagina 87: Vergelijkende Metingen

    De waarde kan ingevoerd worden door middel van het Stel relatieve invoerveld. De in te voeren waarde moet opgegeven worden waarde in in volts. Om relatief meten te activeren, dient er achter de optie Relatief meten een kruisje geplaatst te worden. Relatieve metingen kunnen gebruikt worden voor bijvoorbeeld een tem- peratuur meting.
  • Pagina 88: De Referentieweerstand Instellen

    De referentieweerstand instellen De dBm en vermogen metingen maken gebruik van een referentieweer- stand. De waarde van de weerstand kan ingevoerd worden door middel van het invoerveld. De waarde moet inge- Stel referentieweerstand in voerd worden in Ohm. De standaard waarde is 600 . Aantal cijfers achter de komma instellen Bij elke berekening die gedaan wordt op een meting, hoort een standaard aantal cijfers achter de komma (auto instelling).
  • Pagina 89: Terugzetten Van De Minimale En Maximale Waarde

    Indien de computer uitgerust is met een geluidkaart die Opmerking voorzien is van digitale terugspeel mogelijkheden (een ge- luidskaart die WAV bestanden kan spelen), kan hier voor het afspelen van geluiden gebruik van gemaakt worden. Kies de optie uit de selector.
  • Pagina 90: Start En Stop Meten

    Start en stop meten Het meten kan stopgezet worden door de knop ( ) in te Pauze drukken of op de < > toets te drukken. De knop ( ) naast One shot knop komt beschikbaar (< > toets) en de knop ve- Pauze Pauze...
  • Pagina 91: Meetwaarden Op Schijf Of Op Papier Opslaan

    Een meting bestaat uit drie opvolgende metingen, waarvan Opmerking de waarden gemiddeld worden (dit is niet het geval indien snel meten is ingesteld of middel waarden niet geselecteerd is, in deze gevallen wordt maar een meting genomen). Tus- sentijds worden de displays aangepast. Indien de voltmeter een autorange actie uit moet voeren of de samplefrequentie aan moet passen, worden er metingen verricht totdat het bereik en de samplefrequentie niet meer gewijzigd hoeven...
  • Pagina 92: De Tijd Tussen Twee Metingen Instellen

    De tijd tussen twee metingen instellen Door de keuze Tijd uit het Meting menu te kiezen, kan de tijd tussen twee metingen ingesteld worden. Een dialoog verschijnt waarin de tijd in seconden ingevoerd kan worden. Indien een tijd kleiner dan 0.5 seconde ingevoerd wordt, Opmerking wordt de meetsnelheid bepaald door de veranderingen in de displays.
  • Pagina 93 drive, directory en bestandsnaam opgegeven kunnen worden. Indien het opgegeven bestand reeds bestaat, zal gevraagd worden of het bestand overschreven mag worden. Hierna zal het meten beginnen. Op gezette tijden zal een meting gedaan worden, waarna deze op disk opgeslagen wordt.
  • Pagina 94 Hoofdstuk 3...
  • Pagina 95: De Transiënt Recorder

    Hoofdstuk 4 De transiënt recorder Voor het meten van langzaam veranderende verschijnselen (bijv. tempe- ratuur) is de transiënt recorder het meest geschikte instrument. De transiënt recorder is een direct registrerend instrument: iedere nieu- we gemeten waarde wordt gelijk getoond. De oscilloscoop meet eerst een compleet record met gegevens en geeft die dan pas weer.
  • Pagina 96: Het Transiënt Recorder Meetsysteem

    Door de andere manier van meten kan de Transiënt recor- Opmerking der niet samen met andere instrumenten werken. Het transiënt recorder meetsysteem Voordat met de transiënt recorder gemeten kan worden, moeten de kanalen en de tijdbasis eerst volledig ingesteld worden. De kanalen hebben geen autoranging, dus de gevoeligheid moet met de hand ingesteld worden.
  • Pagina 97: Kanalen Weergeven

    Wanneer de totale meting klaar is, leest de software het totale gemeten record nogmaals in uit het geheugen van de hardware en geeft het weer Eventueel tijdens het meten gemiste samples zijn nu wel ingelezen. Er zijn een paar mogelijkheden om de software langer de hard- ware te laten bijhouden: Maak het Transiënt recorder scherm zo klein mogelijk Kies Scan mode in plaats van Roll mode...
  • Pagina 98: Instellen Van De Tijdas

    Instellen van de tijdas De tijdas in de transiënt recorder is nagenoeg gelijk aan de tijdas in de oscilloscoop. De transiënt recorder heeft echter geen pretrigger instelling. Alleen de punten die in de transiënt recorder verschillen ten opzichte van de oscilloscoop worden hier besproken, voor de rest wordt verwezen naar hoofdstuk 2, de oscilloscoop.
  • Pagina 99: Instellen Van Het Aantel Meetpunten

    Als alle waarden zijn ingevoerd, kan op de knop gedrukt worden om de instellingen toe te passen. De timing in de hardware wordt opgewekt met een kristal Opmerking en programmeerbare delers. Hiermee kunnen vrijwel alle meettijden gerealiseerd worden. Wanneer op de knop is gedrukt, zal de software de deelfactoren voor de delers bepalen, en zodanig dat de gewenste meettijd zo dicht mo-...
  • Pagina 100: Start Het Meten

    De kanalen hebben geen autoranging, dus de gevoeligheid moet met de hand ingesteld worden. Omdat de transiënt recorder langzame signalen zal meten kan de signaalkoppeling het beste op DC gezet worden, omdat de ingangscondensator anders de signalen tegenhoudt. Start het meten Wanneer alle instellingen gemaakt zijn, kan de transiënt recorder gestart worden.
  • Pagina 101: Signalen Vergelijken Met Behulp Van De Referentiekanalen

    Er zijn twee manieren om dit te bereiken: Wanneer het schem vol is, wordt de record view offset Scan mode "een heel scherm" aangepast, zodat het scherm leeg wordt en het weer vanaf de linker kant gevuld wordt. Wanneer het scherm vol is, wordt de record view offset Roll mode "één sample"...
  • Pagina 102 Hoofdstuk 4...
  • Pagina 103: Hoofdstuk 5 De Spectrum Analyzer

    Hoofdstuk 5 De spectrum analyzer De gangbare manier om elektrische signalen waar te nemen is ze te bekijken in het tijdsdomein, met een oscilloscoop. Het tijdsdomein wordt gebruikt om amplitude-, tijds- en fase-informatie boven water te halen, wat nodig is om het elektrische gedrag van een systeem te beschrijven. Niet alle elektrische systemen kunnen eenduidig beschreven worden in het tijdsdomein.
  • Pagina 104: Een Beschrijving Van De Fft

    In het tijdsdomein worden alle frequentiecomponenten van een signaal gesommeerd weergegeven. In het frequentiedomein worden complexe signalen (signalen die zijn opgebouwd uit meer frequenties) opgedeeld in de afzonderlijke componenten, waarbij de spanning van elke frequentie component wordt weergegeven. Het frequentiedomein bevat informatie die in het tijdsdomein niet aan wezig is.
  • Pagina 105: Aliasing

    Van het aldus verkregen signaal wordt het spectrum berekend. Uit de FFT-berekening komen een aantal spectrale componenten. Het aantal spectrale componenten is de helft van het aantal samples in het FFT blok. Die spectrale componenten vormen samen het frequentiespectrum van het ingangssignaal.
  • Pagina 106: Windowing

    Het oorspronkelijke signaal is gesampled met een sampletijd t. De kriti- sche frequentie (de Nyquist frequentie) is (1/2t) Hz. Windowing FFT behandelt het FFT-blok met samples alsof het één periode van een periodiek signaal is. Is het gemeten signaal niet periodiek, dan kan harmo- nische vervorming ontstaan, omdat de periodieke golfvorm, "gecreëerd door de FFT", scherpe discontinuïteiten kan hebben.
  • Pagina 107: Kanalen Weergeven

    De software ondersteunt zes verschillende windows: Rechthoek (ofwel geen window: alle waarden blijven gelijk) Hanning (sinusvormig) Hamming (sinusvormig) Bartlett (sinusvormig) Blackman (driehoekig) Parzen (driehoekig) Kanalen weergeven De beide kanalen kunnen volgens verschillende methoden gemeten worden: er wordt alleen van kanaal 1 gemeten. er wordt alleen van kanaal 2 gemeten.
  • Pagina 108: Instellen Van Een Kanaal

    Instellen van een kanaal De twee kanalen van de spectrum analyzer zijn volledig instelbaar. Beide kanalen zijn identiek, elk kanaal heeft een eigen menu item in het hoofd- menu. De mogelijkheden van de kanalen in de spectrum analyzer zijn nagenoeg gelijk aan de mogelijheden van de kanalen in de oscilloscoop. Daarom worden alleen de verschillen hier besproken, voor de overige punten wordt verwezen naar het hoofdstuk De oscilloscoop.
  • Pagina 109: Logaritmische Of Lineaire Verticale As

    Om autoranging aan te zetten is een speciale knop aanwezig. Als auto- ranging is ingeschakeld, staat er op de knop, anders de gevoeligheid Auto die is ingesteld. Indruken van de rechter muisknop op de knop brengt een menu met de gevoeligheden naar voren. Wanneer autoranging is ingeschakeld, kunnen verscheidene Opmerking metingen nodig om de juiste gevoeligheid te vinden, afhan-...
  • Pagina 110: Instellen Van De Frequentieas

    Als gevolg van afbreekfouten, onstaan door discontinuïteiten Opmerking (zie Windowing) en vervorming in de Analoog naar Digitaal omzetter (binnen de specificaties) kunnen niet-bestaande frequentiecomponenten ontstaan die zichtbaar worden wanneer de logaritmische as is geselecteerd. Deze frequen- tiecomponenten vallen buiten het dynamisch bereik van het meetsysteem.
  • Pagina 111 center 31.25 Hz 22.1 Hz 44.2 Hz 62.5 Hz 44.2 Hz 88.4 Hz 125 Hz 88.4 Hz 176.8 Hz 250 Hz 176.8 Hz 353.5 Hz 500 Hz 353.5 Hz 707.1 Hz 1 kHz 707.1 Hz 1.414 kHz 2 kHz 1.414 kHz 2.828 kHz 4 kHz 2.828 kHz...
  • Pagina 112 fcenter 19.68 Hz 17.54 Hz 22.09 Hz 24.80 Hz 22.09 Hz 17.84 Hz 31.25 Hz 27.84 Hz 35.1 Hz 39.4 Hz 35.1 Hz 44.2 Hz 49.6 Hz 44.2 Hz 55.7 Hz 62.5 Hz 55.7 Hz 70.2 Hz 78.7 Hz 70.2 Hz 88.4 Hz 99.2 Hz 88.4 Hz...
  • Pagina 113: Instellen Van Het Frequentiebereik

    Instellen van het frequentiebereik Het frequentiebereik van de spectrum analyzer kan op twee manieren ingesteld worden: via een menu of via functietoetsen. Het frequentiebe- reik van de spectrum analyzer wordt bepaald door de sample frequentie van de hardware: het bereik is de helft van de sample frequentie. Instellen van het frequentiebereik via een menu kan door het Frequentie as menu te openen en dan de keuze Frequentiebereik te activeren.
  • Pagina 114: Instellen Van De Fft

    ook geopend worden door de rechter muisknop in te drukken boven de frequentie as. De volgende functietoetsen kunnen gebruikt worden voor het instellen van de record lengte: < > Maak de recordlengte een stand kleiner < > Maak de recordlengte een stand groter Een spectrum bepalen is erg rekenintensief.
  • Pagina 115: Middeling

    De beschikbare window functies zijn: Rechthoek (= geen window: alle waarden blijven gelijk) Hanning (sinusvormig) Hamming (sinusvormig) Bartlett (sinusvormig) Blackman (driehoekig) Parzen (driehoekig) Welch (sinusvormig) Blackmann (klokvormig) Blackmann-Harris (klokvormig, meest ideaal window) Middeling Wanner een signaal met ruis gemeten wordt, kan de invoed van de ruis verminderd worden door een aantal spectra te meten en uit te middelen.
  • Pagina 116: Eenmalige Metingen Verrichten

    Wanneer het meten is gestopt, blijven de laatst gemeten waarde op het scherm staan, verandert de knop in een knop ( ) en Pauze Play wordt de knop ( ) beschikbaar. One shot Het gemeten signaal kan nu uitgebreid bestudeerd worden. Eenmalige metingen verrichten Om nu een eenmalige meting uit te voeren, kan op de knop...
  • Pagina 117: Maximum Waarden Weergeven

    Maximum waarden weergeven De spectrum analyzer kan ingesteld worden om de maximale waarden van de spectrale componenten te meten en weer te geven. Na een aantal metingen wordt van ieder frequentiecomponent de maximale waarde weergegeven. Ga, om het meten van maximale waarden in te stellen, naar het Meetwij- ze menu en selsecteer de keuze Meet maximum waarden.
  • Pagina 118: Meten Met De Kruisdraden

    wordt aangenomen dat de frequentie met de hoogste amplitude de basisfrequentie is. Daarna worden de amplitudes van alle hogere harmo- nischen (tot max. 100) in het record bepaald. Nu wordt de THD bere- kend. In het THD-venster worden de basisfrequentie van het ingangssignaal, de harmonische vervorming in dB en een tabel met de amplitudes van alle gevonden harmonischen gegeven.
  • Pagina 119: Tijd

    waarin alle instellingen gemaakt kunnen worden. Dit menu verschijnt ook wanneer de rechter muisknop boven de tabel in het kruisdraaduitlezing venster wordt ingedrukt. Tijd Frequentie links de frequentie op de positie van de linker kruisdraad wordt bepaald. Frequentie rechts de frequentie op de positie van de rechter kruisdraad wordt bepaald.
  • Pagina 120: Geef Naam Van Meting Weer

    Geef naam van meting weer Geef gemeten waarde weer Geef meeteenheid weer Om de ruimte die het window op het scherm inneemt terug te brengen, kunnen de naam van de meting, de gemeten waarde en/of de meeteen- heid verborgen worden. Dit resulteert in het verdwijnen van de betref- fende kolom, wat resulteert in een smaller window.
  • Pagina 121: Hoofdstuk 6 De Blokgolfgenerator

    Hoofdstuk 6 De blokgolfgenerator De TP801 en HS801 zijn uitgerust met een blokgolf signaalgenerator. De uitgang van de generator kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de probes te kalibreren. De generatoruitgang genereert een bloksignaal tussen -2 en +2 volt en heeft een vrij instelbare frequentie die ingesteld kan worden door de generator.
  • Pagina 123: De Functiegenerator

    Hoofdstuk 7 De functiegenerator De HS801 AWG, de TP801 AWG en de Handyscope 3 zijn uitgerust met een functiegenerator. Met de functiegenerator kunnen signalen van diverse vormen opgewekt worden, met instelbare amplitude, offset, symmetrie en frequentie. Verder beschikt de functiegenerator over een sweepfunctie die het, gekoppeld aan de spectrum analyzer, eenvoudig mogelijk maakt over- drachtskarakteristieken van componenten of schakelingen te maken.
  • Pagina 124: Opbouw Van De Functiegenerator

    DDS maakt het mogelijk volledig digitaal vervormingsarme signalen op te wekken met een zeer precieze frequentieinstelling. Opbouw van de functiegenerator Het scherm van de functiegenerator is verdeeld in een aantal functionele blokken. Bovenin bevindt zich een display waarin de signaalvorm en de instellingen van de functiegenerator aangegeven worden.
  • Pagina 125: Signaalfrequentie

    De keuze File wordt later nader besproken. Signaalfrequentie In het kader bevinden zich alle bedieningsorganen voor het Frequentie instellen van de signaalfrequentie. Een zevental decadeknoppen stellen een frequentiegebied in waarbinnen met de schuifbalk een frequentie is in te stellen. Ieder decade loopt van 0.2 tot 2 maal de waarde op de inge- drukte decadeknop.
  • Pagina 126: Amplitude

    Amplitude De amplitude van het uitgangssignaal kan in drie bereiken worden inge- steld: niet verzwakt, -20 dB verzwakt of -40 dB verzwakt. Met de schuif- balk kan een spanningswaarde tussen 0 en 12 Volt (of 0 en 10 Volt, af- hankelijk van het instrument) worden ingesteld.
  • Pagina 127 kunnen worden ingevoerd. Het toetsenbordje kan met de muis bediend worden, maar ook met het toetsenbord van de computer. Daarvoor is het overigens niet nodig dat het scherm is uitgeklapt. Met de 4 bovenste toetsen kan aangegeven worden welke instelling van het signaal aangepast moet worden.
  • Pagina 128: Voorkeurkeuze-Instellingen

    Voorkeurkeuze-instellingen De functiegenerator heeft 8 posities om voorkeurkeuzen van signalen (presets) in op te slaan. Met een enkele druk op een knop kan dan een signaal met een bepaalde vorm, frequentie, amplitude, symmetrie en DC offset ingesteld worden. De presets worden opgeslagen bij de instellingen van de applicatie en steeds bij het starten van de applicatie weer ingeladen.
  • Pagina 129: Wissen

    Wissen Om een preset weer te wissen uit het geheugen, moet deze eerst gese- lecteerd worden door op de bijbehorende knop te drukken. De knop wordt dan actief. Indrukken van die knop wist de preset- clear positie en maakt deze beschikbaar voor een andere instelling. Het bijbe- horende knopje wordt gedeactiveerd.
  • Pagina 130 De simpelste instelling is Geheel gecontroleerd door spectrum analy- . Bij deze instelling bepaalt de instelling van de frequentieas in de spec- trum analyzer hoe de start- en stopfrequentie van de sweep en de stap- grootte worden ingesteld. De Startfrequentie wordt gelijk gesteld aan de laagst zichtbare frequentie in de spectrum analyzer.
  • Pagina 131: Uitsturen Van Een Eerder Gemeten Signaal

    Als de sweep wordt gebruikt om overdrachtskarakte- Opmerking ristieken te maken, stel de signaalvorm dan in op Si- nus. Uitsturen van een eerder gemeten signaal Het is met de functiegenerator mogelijk zelfgemeten signalen in een later stadium weer uit te sturen, mits natuurlijk de amplitude en frequentie binnen het bereik van de generator liggen.
  • Pagina 132: Instellen Van De Generator

    128K / 64K punten past. Nadat het signaal is gemeten, kan het op schijf worden opgeslagen met Bewaar golfvorm... uit het Bestand-menu. Instellen van de generator Aan de linkerkant van de uitlezing in de functiegenerator bevinden zich een aantal knopjes waarmeee de signaalvorm kan worden ingesteld. Daarbij bevindt zich een knopje File.
  • Pagina 133 Notes...
  • Pagina 137 Wanneer u suggesties en /of opmerkingen heeft over het programma of deze handleiding, kunt u kontakt opnemen met: TiePie engineering TiePie engineering Koperslagersstraat 37 Postbus 290 8601 WL SNEEK 8600 AG SNEEK Nederland Nederland Tel.: +31 515 415 416 Fax: +31 515 418 819 E-mail: support@tiepie.nl...
  • Pagina 138 rev. 2.0.6...

Inhoudsopgave