Referentiekanalen aan- en uitschakelen
Een referentiekanaal aan of uit schakelen kan met behulp van de keuze
Geef Refx weer uit het Referenties menu, waarbij "x" voor 1 of 2 staat. Het
kan ook met behulp van knoppen op de knoppenbalk:
voor Referen-
tie 1 en
voor Referentie 2. Wanneer een van deze knoppen ing-
edrukt lijkt, staat het betreffende referentiekanaal aan, anders uit.
Referenties schalen
Wanneer een referentiekanaal is gevuld, blijven de waarden onveranderd
tot een nieuw signaal in het referentiekanaal wordt opgeslagen. Wanneer
de ingangsgevoeligheid, de software offset of de software gain van het
oorspronkelijke kanaal veranderen, blijft de inhoud van het referentieka-
naal gelijk.
Wanneer een signaal naar een referentie is gekopieerd om te vergelijken
met live signalen, kan het handig zijn dat de instellingen van het referentie-
kanaal de instellingen van het live kanaal "volgen". Dus als bijvoorbeeld de
gevoeligheid van het kanaal verandert, wordt de referentie zodaning
geschaald dat een 1:1 vergelijking mogelijk blijft.
Kies, om dit mogelijk te maken, Schaal referenties uit het Referentie menu.
Iedere verandering van de gevoeligheid, software offset of software gain
van het live kanaal, wordt ook toegevoegd aan de instellingen van het
referentiekanaal. Als het schalen van referenties aan staat, staat er een
vinkje voor de menu keuze.
Om het schalen van referenties weer uit te zetten, moet de keuze Schaal
referenties weer geselekteerd worden.
Referentiekommentaar bijwerken
Wanneer een meting is gedaan, kunnen drie regels tekst aan de meting
worden toegevoegd. Deze tekst wordt samen met de golfvorm op schijf
opgeslagen en uitgeprint. (Zie ook
Voeg kommentaartekst aan een
)
meting toe
30
Hoofdstuk 1