De simpelste instelling is
. Bij deze instelling bepaalt de instelling van de frequentieas in de spec-
zer
trum analyzer hoe de start- en stopfrequentie van de sweep en de stap-
grootte worden ingesteld. De Startfrequentie wordt gelijk gesteld aan de
laagst zichtbare frequentie in de spectrum analyzer. De stopfrequentie
wordt gelijk gesteld aan de hoogst zichtbare frequentie in de spectrum
analyzer. Dit is uiteraard gelimiteerd tot het maximale bereik van de
functiegenerator. De stapgrootte wordt gelijk gesteld aan de lengte van
het totale spectrum gedeeld door het aantal componenten waaruit het
spectrum bestaat. Als tijdens de sweep de instelling van de spectrum
analyzer wordt veranderd, verandert de instelling van de sweep over-
eenkomstig mee.
De frequentie van de generator wordt bij iedere stap zodanig ingesteld
dat er in de spectrum analyzer geen afbreekfouten ontstaan, dus een
Window-functie is niet nodig.
Bij de keuze
De start- en stopfrequentie voor de sweep kunnen vrij ingesteld worden.
De frequentieas van de spectrum analyzer zal overeenkomstig worden
inge-steld, zodat alleen het frequentiegebied waarin de sweep actief is,
zichtbaar is.
De frequentiestap kan automatisch bepaald worden aan de hand van de
spectrum lengte. Bij iedere stap wordt dan een frequentie ingesteld die
geen afbreekfouten in de spectrum analyzer oplevert. Het is ook mogelijk
de stapgrootte met de hand in te stellen, in dat geval zullen wel afbreek-
fouten kunnen optreden.
Stel, om eenvoudig overdrachtskarakteristieken te maken, de
Tip
meetwijze van de spectrum analyzer in op
den
Na het instellen van de sweepfunctie, kan de sweep met de naastgelegen
aan/uit-knop worden in- of uitgeschakeld. Tijdens het uitvoeren van de
sweep zal de frequentieuitlezing overeenkomstig meelopen.
126
Geheel gecontroleerd door spectrum analy-
moeten alle instellingen zelf bepaald worden.
Handmatig
en zet de autoranging van het betreffende kanaal uit.
Meet maximum waar-
Hoofdstuk 7