Opmerking
Uitsturen van een eerder gemeten signaal
Het is met de functiegenerator mogelijk zelfgemeten signalen in een later
stadium weer uit te sturen, mits natuurlijk de amplitude en frequentie
binnen het bereik van de generator liggen.
Meten en opslaan van een signaal
De functiegenerator heeft twee mogelijkheden eerder opgeslagen golf-
vormen uit te sturen. Er kan gebruik gemaakt worden van de DDS-mode
of de lineaire mode.
In de DDS-mode wordt een golfvorm van 1024 punten gebruikt. Als
gevolg van de DDS-techniek kunnen zeer nauwkeurige frequenties wor-
den gegenereerd.
In de lineaire mode wordt een golfvorm van 128K of 64K punten (afhank-
elijk van het instrument) gebruikt. De sampleclock van de generator kan
in een aantal standen gezet worden, om andere uitgangsfrequenties te
verkrijgen. Het aantal standen is beperkt. Wanneer een golfvorm met
minder dan 128K / 64K punten gebruikt wordt, worden de ontbrekende
punten gevuld met 0 Volt.
Een signaal wat gemeten, opgeslagen en later weer uitgestuurd moet
worden, moet aan enige punten voldoen, wil het resultaat bruikbaar zijn.
het later weer uit te sturen signaal moet met kanaal 1 gemeten
C
worden
voor DDS-mode moet de recordlengte voor de oscilloscope op
C
1024 punten worden gezet, voor lineaire mode kan iedere andere
(grotere) lengte gekozen worden, maar 128K / 64K heeft de voor-
keur.
de samplefrequentie van de scope dient zo te worden ingesteld
C
dat er precies 1 periode van het uit te sturen signaal in de 1024 of
De functiegenerator
Als de sweep wordt gebruikt om overdrachtskarakte-
ristieken te maken, stel de signaalvorm dan in op Si-
nus.
127