Om het gegevensbetandstype in te stellen, moet de menukeuze Gege-
vensbestandstype uit het Bestand menu worden geactiveerd. In het menu
dat dan verschijnt kan de keuze gemaakt worden. De huidige keuze
wordt met een vinkje aangegeven.
De ingestelde keuze wordt opgeslagen in het instellingenbestand van het
programma en wordt bij het starten van het programma weer ingelezen.
Opgeslagen meetgegevens inlezen van schijf
De oscilloscoop, de transiënt recorder en de spectrum analyzer kunnen
eerder opgeslagen golfvormen van schijf inlezen. Er zijn twee manieren
om dat te doen: door de menukeuze Lees golfvorm... uit het Bestand
menu te activeren of door op de
knoppenbalk te drukken.
Met beide manieren wordt een dialoog getoond waarin de schijfeenheid,
directory en bestandsnaam kunnen worden geselecteerd. Wanneer een
bestand is geselecteerd en op de
van schijf ingelezen.
Iedere golfvorm bestaat uit drie bestanden: een .DAT bestand een .GEG
bestand en een .REF bestand. Als een van deze bestanden ontbreekt, of
de data in een van de bestanden is niet in het juiste formaat, wordt een
foutmelding gegeven.
Het gegevensbestandtype waarin de golfvorm is opgeslagen wordt auto-
matisch gedetecteerd.
Nu worden de gegevens ingelezen volgens de ingestelde Golf-
vorm-inlees-methode.
Nadat de gegevens zijn ingelezen wordt het instrument in de Pauze stand
(dit is niet nodig in de Transiënt recorder) gezet, om te voorkomen dat
de ingelezen gegevens worden overschreven door nieuwe gemeten
waarden.
De software
Lees golfvorm
knop gedrukt, wordt de golfvorm
OK
knop (
) op de
27