Windows software voor tp112; tp801; hs801; handyscope 2; handyscope 3 (138 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor TiePie TP112
Pagina 1
Gebruikershandleiding TP112 een multifunctioneel meetinstrument voor de PC 2 analoge ingangen, 12 bits 8 digitale uitgangen 8 digitale ingangen TiePie engineering...
Pagina 2
TiePie engineering. Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kan TiePie engineering geen aansprakelijkheid aanvaarden voor even- tuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
8 bits of 16 bits ISA slot van een IBM compatibele PC, XT of AT. De TP112 bevat twee snelle A/D convertors met een conversiesnelheid van 1 µsec en een resolutie van 12 bits. Daarnaast bevat de TP112 8 digitale ingangen en 8 digitale uitgangen. Als optie verkrijgbaar is de TP112 met optisch gescheiden ingangen en 8 potentiaal vrije, solid-state (of relais) uitgangen (5 Amp/50 volt).
Hoofdstuk 1 SOFTWARE Opbouw Het programma bevat vijf geïntegreerde meetinstrumenten: 1. Een oscilloscoop, device: live. 2. Een geheugen-oscilloscoop, device: hold. 3. Een spectrum analysator, device: spectrum. 4. Een true RMS voltmeter, device: volt. 5. Een transiënt recorder, device: trans. Er kan steeds maar één meetinstrument actief zijn. Vanuit elk meetin- strument kan een ander meetinstrument worden geactiveerd.
Bediening popup-menu's Diverse instellingen van de software en/of hardware in het programma gebeuren door middel van popup-menu's. Voor het bedienen van een popup-menu kunnen de volgende toetsen worden gebruikt: Het keuze item omhoog verplaatsen. Het keuze item omlaag verplaatsen. Home Het keuze item bovenin plaatsen.
TP112.FNT (de fontfile voor het printen), TP112_NL.HLP (de Neder- landse helpfile), TP112_NL.INF (een informatiefile voor de helpfile) en TP112.DEF (in deze file worden de posities van de popup-menu's en de instellingen van het keuzemenu SETTINGS bewaard). Het opstarten van het programma is zeer eenvoudig en gaat als volgt: Geef het volgende commando: TP112 par1 par2.
worden ingesteld door middel van het keuzemeu SETTINGS (rechts onderin het beeldscherm). Werken met de muis De software ondersteunt de MICROSOFT muis. De linkermuisknop is gelijkwaardig aan de "Enter" toets en de rechtermuisknop aan de "Esc" toets. Een muiscursor geeft de positie van de muis aan. Wanneer de muiscursor zich in de menubalk (het onderste gedeelte van het beeld- scherm) bevindt, verdwijnt de muiscursor.
Hoofdstuk 2 OSCILLOSCOOP (device: live/hold) Offset- en triggerniveau Het instellen van het offset- en triggerniveau door middel van de cursorbesturingstoetsen in combinatie met de "Shift" toets, werkt als volgt: Home : Het offset- of triggerniveau in het midden plaatsen. Het offset- of triggerniveau omhoog verplaatsen. Het offset- of triggerniveau omlaag verplaatsen.
Keuzemenu live/freeze (device: live) Door het keuzemenu LIVE/FREEZE te activeren verandert de tekst in het keuzemenu van LIVE in FREEZE of omgekeerd. In de LIVE stand neemt de oscilloscoop steeds 2 meetpagina's en toont deze op het beeldscherm (een meetpagina bestaat uit 480 samples). In de FREEZE stand worden er geen samples genomen, op het beeld- scherm worden de laatst genomen samples getoond.
Home : Het absolute nulpunt instellen. De kruisdraad naar het nulpunt verplaatsen. De kruisdraad omhoog verplaatsen. De kruisdraad omlaag verplaatsen. De kruisdraad naar rechts verplaatsen. De kruisdraad naar links verplaatsen. PgUp : De kruisdraad op de relatieve x-as spiegelen. PgDn : De kruisdraad op de relatieve y-as spiegelen.
Kanaal 1 en 2 worden tegelijk gemeten en worden opge- teld. COMPARE : Kanaal 1 wordt gemeten en vergeleken met het laatst gemeten signaal van kanaal 2. XY-PLOT : Kanaal 1 en 2 worden in de CHOP mode gemeten. Ka- naal 1 wordt op de x-as afgebeeld en kanaal 2 op de y-as.
Keuze unit (keuzemenu ch1 set) Door de keuze UNIT te activeren verschijnt er een popup-menu, waarin 11 grootheden worden getoond. Voor het selecteren, zie: bediening popup-menu's. Is bijvoorbeeld de keuze "BAR" geactiveerd, dan wordt de grootheid bovenin de y-as op BAR gezet. De grootheid wordt bij het afdrukken van een grafiek ook bij de y-as gezet.
Keuzemenu ch2 set (device: live/hold/spectrum/trans) Zie keuzemenu CH1 SET. Keuzemenu zoom (device: live/hold/spectrum/trans) Door het keuzemenu ZOOM te activeren verschijnt er een popup-me- nu, waarin 2 mogelijkheden worden getoond. Voor het selecteren, zie: bediening popup-menu's. De keuze "FULL" laat het signaal volledig zien. (De x-as en y-as uitvergro- tingen worden op 1 en de offsetniveaus op 0 gezet.) Met de keuze "WINDOW"...
trigger moment optreedt. De time-out divisies die gekozen kunnen worden zijn: 0 DIV, 10 DIV, 20 DIV, 50 DIV, 100 DIV, 200 DIV, 500 DIV, 1000 DIV, 2000 DIV, 5000 DIV, 10000 DIV en INFINITE. Keuzemenu hysteresis (device: live/hold) Door het keuzemenu HYSTERESIS te activeren verschijnt er een popup- menu, waarin 12 triggerhysteresis keuzen worden getoond.
EPSON, HP-LASER of op een compatibele printer. Voor het instellen van het printertype, zie: keuzemenu SETTINGS. Onderin het popup-menu wordt aangegeven welk type printer is ingesteld. Bij de print-out kan commentaartekst worden toegevoegd door middel van het keuzemenu "COMMENT". De commentaartekst wordt tegelijk met de gemeten data op disk opgeslagen.
File informatie. Bekijken van een file (alleen tekstfiles). Verwijderen van een file. Hernoemen van een filenaam. Copiëren van een file. Opgeven van een nieuwe directorie masker en/of path en/of disk. Als de bewerking F4, F5 of F6 uitgevoerd wordt op een file met de exten- sie "DAT", wordt die bewerking ook op een file met de extensie "GEG"...
SET file, zie: keuzemenu SETTINGS, keuze SAVE. Voorbeeld: TP112 VOLT TP112.SET maakt de voltmeter actief met de instellingen zoals in de file TP112.SET is aangegeven. (Voor het maken van een .SET file, zie: keuzemenu SETTINGS, keuze SAVE.) keuzemenu settings (device: live/hold/spectrum/volt/trans)
Pagina 26
TP112 is de directorie waarin de files TP112.EXE, TP1_NL.HLP, TP1_NL.INF en TP112.FNT zich bevinden. Met de keuze DEFAULT TP112 PORT kan het I/O adres van de TP112 worden opgegeven (het adres moet decimaal opgegeven worden, dus $300 is gelijk aan 768 decimaal).
Hoofdstuk 3 SPECTRUM ANALYSATOR (device: spectrum) Beschrijving FFT De spectrum analysator werkt op het principe van Fast Fourier Transfor- matie (FFT). De spectrum analysator neemt 1024 samplewaarden met een vooraf ingestelde sampletijd. Uit de 1024 samplewaarden worden, door middel van FFT, de spectrale componenten berekend. Uit de FFT berekening komen 512 spectrale componenten.
kruisdraad op het beoogde punt te plaatsen en dan op de "Del" toets te drukken. Vanuit dit nulpunt worden de frequentie- en spanningswaarden gemeten. Door de "Ins" toets in te drukken kan het offsetniveau ingesteld worden. Door nogmaals op de "Ins" toets te drukken kunnen er weer metingen met de kruisdraad uitgevoerd worden.
gegeven en in de stand dB in een logaritmische amplitude-as. In de stand dB komt 0 dB overeen met 1 volt. Keuzemenu ch2 set (device: live/hold/spectrum/trans) Zie keuzemenu CH1 SET. Keuzemenu zoom (device: live/hold/spectrum/trans) Zie oscilloscoop. Keuzemenu frequency (device: spectrum) Door het keuzemenu FREQUENCY te activeren verschijnt er een popup-menu, waarin 16 frequentiebereiken worden getoond.
Keuzemenu window (device: spectrum) Door het keuzemenu WINDOW te activeren verschijnt er een popup- menu, waarin 5 windowsoorten worden getoond. Voor het selecteren, zie: bediening popup-menu's. Het gemeten signaal wordt "gewindowd" met het gekozen windowtype. Dit "windowen" is soms nodig omdat er met FFT wordt gerekend. De FFT heeft maar een eindig aantal samplewaarden (1024), waardoor er een fout ontstaat bij het berekenen van een spectrum.
(V + V + ..+ V ) 20 log ))))))))))))))))))))))))))) V is de RMS amplitude van de fundamentele frequentie. V ... V zijn de RMS amplitudes van elke harmonische. De RMS amplitude van elke har- monische wordt weergegeven in een tabel. Keuzemenu print (device: live/hold/spectrum/trans) Zie oscilloscoop.
Hoofdstuk 4 VOLTMETER (device: volt) De voltmeter is een twee kanaals voltmeter. De werking van de voltme- ter is als volgt: het aangeboden signaal wordt eerst bewerkt. Er kunnen 9 bewerkingen op de data worden uitgevoerd (bijvoorbeeld het berekenen van de true RMS waarde of de gemiddelde waarde). Wanneer de gesampelde data bewerkt is, kan het op 16 verschillende manieren op het beeldscherm worden getoond (bijvoorbeeld: de be- werkte data van kanaal 1 en 2 kunnen worden opgeteld en op het display...
Keuzemenu ch1 set (device: volt) Door het keuzemenu CH1 SET te activeren verschijnt er een popup- menu, waarin 11 keuzen worden getoond (VOLTS/DIV, COUPLING AC/DC, MEASURING, DISPLAY, UNITS/VOLT, UNIT, RELATIVE = ON/OFF, SET REL. VALUE, SET LOW VALUE, SET HI VALUE en SET IMPEDANCE).
Pagina 35
De TP112 geeft, bij de bewerking true RMS, altijd de juiste waarde aan.) TOP-TOP : Van de gesampelde data wordt de top-top spanning be- paald.
CREST : Van de gesampelde data wordt de waarde omgerekend in een crestfactor. Het omrekenen gebeurt door middel van de formule: CREST = topwaarde/RMS waarde. De "topwaarde" is de topspanning ten opzichte van de nul- lijn van het signaal. FREQ : Van het aangeboden signaal wordt de frequentie bepaald.
< then : De data wordt vergeleken met de LOW VALUE (zie: keuze SET LOW VALUE). Als de data kleiner is dan de LOW VA- LUE, wordt er in het display "PASS" aangegeven. Als de data groter is dan de LOW VALUE, wordt er in het display "HI" aangegeven.
Keuze unit (keuzemenu ch1 set) Door de keuze UNIT te activeren kan er een grootheid worden gekozen die onder het display wordt geplaatst. Is bijvoorbeeld de keuze "BAR" geactiveerd, dan wordt de grootheid onder het display gezet achter de MEASURING mode. De grootheid wordt ook bij een ACQUIRE TO DISK (of een ACQUIRE TO PRINTER) achter de MEASURING mode geplaatst.
Keuze set hi value (keuzemenu ch1 set) Door de keuze SET HI VALUE te activeren kan er een waarde ingevuld worden. De ingevulde waarde wordt gebruikt voor de DISPLAY keuzen "> then, >< Comp en <> Hi Lo" (zie: keuze DISPLAY). Keuze set impedance (keuzemenu ch1 set) Door de keuze SET IMPEDANCE te activeren kan er een waarde ing- evuld worden.
Keuzemenu calibrate (device: volt) Het keuzemenu CALIBRATE dient voor de nulinstelling van de voltmeter. Door het keuzemenu CALIBRATE te activeren verschijnt de volgende tekst op het beeldscherm "Connect probe input to ground and press key (Esc: Exit)". Wanneer er een toets wordt ingedrukt, wordt van alle ingangsspanningsbereiken de gemiddelde waarde gemeten.
(naast het samplenummer) en de gemeten waarde (bovenin het beeldscherm) geïnverteerd op het beeldscherm getoond. Wanneer de TP112 in een langzame computer is geplaatst en een snelle sampletijd is gekozen, kan het voorkomen dat het samplenum- mer, de meettijd en de gemeten waarden niet op het beeldscherm wor- den geschreven.
Pagina 44
Het absolute nulpunt is het punt op het beeldscherm waar de spanning en de tijd nul zijn (uiterst links, in het midden van het beeldscherm). Het relatieve nulpunt is het punt, dat wordt ingesteld door de kruisdraad op het beoogde punt te plaatsen en dan op de "Del" toets te drukken. Vanuit dit nulpunt worden dan het samplenummer en de spanningswaarden gemeten.
Keuzemenu samples (device: trans) Door het keuzemenu SAMPLES te activeren kan het aantal samples wor- den opgegeven. Voor het aantal samples mag een waarde worden opge- geven tussen de 1 en 30.000. De totale meettijd kan dan 300*30.000 = 9.000.000 sec bedragen (= 104,16 dagen). Keuzemenu go to (device: trans) Door het keuzemenu GO TO te activeren kan een samplenummer worden opgegeven, waar naar toe moet worden gesprongen.
Keuzemenu meas. Mode (device: trans) Door het keuzemenu MEAS. MODE te activeren verschijnt er een popup-menu, waarin 5 meetmethoden worden getoond. Voor het selec- teren, zie: bediening popup-menu's. Is de mode MOMENTAL geselecteerd dan worden de momentane waarden gemeten. Is de mode true RMS geselecteerd dan worden de true RMS (= effectie- ve) waarden gemeten.
+7 : DATA register aangewezen door CONTROL register 3. Door deze manier van interfacing zijn er maar 8 I/O plaatsen in de PC nodig terwijl er (3 x 256) = 768 I/O adressen in de TP112 kunnen wor- den bereikt.
Control register 1 Het CONTROL register 1 is te bereiken op het I/O basisadres +0. Het byte van het CONTROL register heeft de volgende betekenis: D2 ... D0 000 : Activeer het POST-LO register. 001 : Activeer het POST-HI register. 010 : Activeer het OUTPUT register.
Het byte in het POST-HI register komt overeen met postcounter bits POST_D8 ... POST_D15. De SRAM op de TP112 wordt bestuurd door de adrescounter. De adres- counter kan op nul worden gezet en de waarde van de adrescounter kan uitgelezen worden. Voor het starten van een meting wordt de adrescounter op nul gezet.
Het output register (control register 1 = 010) In het OUTPUT register wordt de status van de outputs bewaard. Het byte van het OUTPUT register heeft de volgende betekenis: Het relaiscontact van output 0 is open. Het relaiscontact van output 0 is dicht. Het relaiscontact van output 1 is open.
Het time base register (control register 1 = 011) Op de TP112 zit het timer IC 8254. Dit IC bevat een drietal 16 bits coun- ters (voor de functies van het IC 8254, raadpleeg de datasheets). De databits D0 en D1 van het TIME BASE register besturen A0 en A1 van het IC 8254.
Het mode register (control register 1 = 100) Het byte van het MODE register heeft de volgende betekenis: Zet sample klok uit. Zet sample klok aan. Zet klokbron naar de PC bus. Zet klokbron naar de tijdbasis. Data van SRAM naar PC bus. Data van A/D convertor naar SRAM en naar PC bus.
Het write time base register (control register 1 = 111) Het byte van het WRITE TIME BASE register heeft de volgende beteke- nis: D0 ... D7 Zie datasheet van de 8254. Dit byte wordt geladen in het IC 8254. Control register 2 en 3 De CONTROL registers 2 en 3 zijn bijna identiek.
Het byte wordt vergeleken met de databits D4 ... D11 van de A/D convertor 1. In de TP112 kunnen twee triggerniveaus worden ingesteld. Elk ingesteld niveau wordt vergeleken met de databits D4 ... D11 van de A/D conver- tor (de data bits D0 ... D3 worden niet gebruikt voor het triggeren). De uitkomst van deze vergelijking kan groter (of kleiner) zijn dan het ingestel- de niveau.
Het trig-niv register (control register 2 / 3 = 010) Het byte van het TRIG-NIV register heeft de volgende betekenis: Level-1 groter dan A/D data. Level-1 kleiner dan A/D data. Level-2 groter dan A/D data. Level-2 kleiner dan A/D data. D2, D3 Trigger op digitale inputs.
Het data nul register (control register 2 / 3 = 100) Het byte van het DATA NUL register heeft de volgende betekenis: A/D data is nul. A/D data wordt doorgelaten. D7 ... D2 Gereserveerd. Het IRQ enable register (control register 2 / 3 = 101) Het byte van het IRQ ENABLE register heeft de volgende betekenis: De inputs worden niet doorgelaten naar de inter- rupts.
Lezen van data I/O basisadres +0 De waarden A0 ... A7 van de adresteller worden ingelezen. I/O basisadres +1 De waarden A8 ... A14 van de adresteller worden ingelezen. I/O basisadres +2 De waarden EOC TRIG1 TRIG2 van de adresteller worden ingelezen. Trig 1 Trig 2 EOC geeft aan dat de conversie klaar is.
I/O basisadres +3 Dit adres wordt niet gebruikt. I/O basisadres +4 De waarden D0 ... D7 van de A/D convertor (kanaal 1) worden ingele- zen of de waarden D0 ... D7 van het SRAM geheugen (kanaal 1) worden inge- lezen. Zie MODE REGISTER (bit 2) van CONTROL REGISTER 1. I/O basisadres +5 De waarden D8 ...
I/O basisadres +6 De waarden D0 ... D7 van de A/D convertor (kanaal 2) worden ingele- zen of de waarden D0 ... D7 van het SRAM geheugen (kanaal 2) worden ingele- zen. Zie MODE REGISTER (bit 2) van CONTROL REGISTER 1. I/O basisadres +7 De waarden D8 ...
Pagina 62
Voorbeeld 1: Dipswitch instelling voor de standaardinstelling van de interfacekaart: +))))))))))))))))))))))))))))))))))))), " " " " " " " " .)))))))))))))))))))))))))))))))))))))- Dipswitch 2 is A3, dipswitch 8 is A9 Dipswitch 1 wordt niet gebruikt. Berekening van het adres: Het basisadres is $300 en met de I/O adreslijnen A0, A1 en A2 worden de acht opeenvolgende adressen gegenereerd.
Het basisadres is $288 en met de I/O adreslijnen A0, A1 en A2 worden de acht opeenvolgende adressen gegenereerd. Instellen van de jumpers Het ingangsspanningsbereik van de TP112 kan door middel van een jumper op bipolair en op unipolair worden ingesteld. Dit kan voor elk kanaal apart worden gedaan.
Voor het gebruik van interrupts raadpleeg het IBM tecnical reference. Instellen van de potentiometers Met de potentiometers die zich op de TP112 bevinden kan het offsetni- veau en de versterking van elk kanaal afgeregeld worden. Potentiometer P1 is voor het instellen van de versterkingsfactor van ka- naal 1.
Input Type N TTL niveau Type R en S 0 - 1 volt is logisch 0 3 - 24 volt is logisch 1 ingangsimpedantie 1 Kohm schakelfrequentie 5 kHz Algemeen Aanbevolen omgevingstemperatuur 20 E C afmetingen hoogte 125 mm lengte 250 mm breedte 20 mm...
Pagina 72
Transient recorder meettijd tussen twee meetpunten 0,01 sec ... 300 sec bij een PC-XT is de minimummeettijd 0,05 sec maximaal aantal te nemen meetpunten 30.000 tijdasuitvergroting 2 ... 20 maal gainfactor -5 ... 5 maal offsetfactor -10.000 ... 10.000 meetmethode true RMS, gemiddelde, min, max en momentane waarden hardcopy matrix- en laserprinter Hoofdstuk 7...
Pagina 76
Suggesties en/of aanmerkingen op het programma, de TP112 of de hand- leiding zien wij gaarne tegemoet en kunt u richten aan: TiePie engineering TiePie engineering Postbus 290 Koperslagersstraat 37 8600 AG SNEEK 8601 WL SNEEK Nederland Nederland Fax: (0515) 418 819 Tel: (0515) 415 416 TP112 rev.