S S T T U U U U R R
Met het stuur wordt de besturing van
het voertuig bediend.
Als het stuur naar rechts of naar links
wordt gedraaid, worden de voorwielen
in deze richting gedraaid om het voer-
tuig te sturen.
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
S S n n e e l l a a c c h h t t e e r r u u i i t t r r i i j j d d e e n n t t i i j j d d e e n n s s d d r r a a a a i i - -
e e n n , , k k a a n n l l e e i i d d e e n n t t o o t t v v e e r r l l i i e e s s v v a a n n s s t t a a - -
b b i i l l i i t t e e i i t t e e n n c c o o n n t t r r o o l l e e . .
G G A A S S H H E E N N D D E E L L
De gashendel bevindt zich rechts aan
het stuur.
De
gashendel
motortoerental.
Druk op de gashendel met uw rechter-
duim om de snelheid van het voertuig
te verhogen of te behouden.
Laat de gashendel los om het voertuig
te vertragen.
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
R R E E M M H H E E N N D D E E L L
De remhendel bevindt zich links aan
het stuur.
regelt
het
1. Remhendel
De remhendel dient om het voertuig te
vertragen of te stoppen.
Wanneer de remhendel wordt inge-
drukt, worden de voor- en achterrem-
men geactiveerd.
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt
uitgeoefend.
H H E E N N D D E E L L R R E E M M S S L L O O T T
De hendel van het remslot bevindt
zich links aan het stuur.
1. Remhendel
2. Remhendelslot
ELEMENTAIRE BEDIENING
103