Inhoudsopgave
Advertenties
Werken met de machine
10.3
Grens-, sloot- en kantstrooien
1. Grensstrooien volgens de mestrichtlij-
nen (Afb. 44):
Aan de veldgrens ligt een straat, een veldweg of
een akker van iemand anders.
Volgens de mestrichtlijnen mag er geen mest
over de grens vallen.
2. Slootstrooien volgens de mestrichtlijnen
(Afb. 45):
Aan de veldgrens ligt een water of een sloot.
Volgens de mestrichtlijnen
•
mag er geen mest binnen een meter van de
grens vallen
(bij toepassing van grensstrooimachines).
•
mag er geen mest binnen drie meter van de
grens vallen
(geen toepassing van grensstrooimachi-
nes).
•
moet de erosie en wegspoelen (bv. in op-
pervlaktewateren) worden voorkomen.
3. Kantstrooien (Afb. 46):
De aangrenzende slag is landbouwgrond. Het is
acceptabel dat een kleine hoeveelheid mestkor-
rels over de veldgrens terechtkomt.
De hoeveelheid op het veld ligt ook bij de veld-
rand nog in de buurt van de voorgeschreven
waarde. Een geringe hoeveelheid komt over de
veldgrens terecht.
82
Het grens-, sloot- en kantstrooien met de ZA-M Hydro wordt
uitgevoerd door verlaging van het toerental van de strooischijven aan
de zijde van de perceelgrens.
Deze toerentalaanpassing vindt plaats aan de hand van gegevens
van de strooitabel via de AMATRON 3. Door de afzonderlijke
toerentalverandering van de strooischijven kan langs de veldgrenzen
worden gestrooid zoals voorgeschreven door de mestrichtlijnen.
Zie bedieningshandleiding software AMABUS!
Afb. 46
Afb. 47
Grensstrooien en sloot-strooien:
Om te voorkomen dat er op het veld te veel mest terechtkomt, moet
de strooihoeveelheid bij de grens worden verlaagd. Er komt dan iets
te weinig mest bij de veldgrens terecht.
De strooihoeveelheid wordt automatisch gereduceerd.
Op de bedieningsterminal eerst de vermindering van de hoeveelheid
volgens de strooitabel instellen.
Afb. 48
ZA-M BAG0005.7 11.13
Advertenties
Inhoudsopgave
