6.1
Controleren of de tractor geschikt is
6.1.1
Berekenen van de daadwerkelijk waarden voor het totale gewicht van de trac-
tor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden
en het minimaal benodigde ballastgewicht
ZA-M BAG0005.7 11.13
WAARSCHUWING
Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar
als gevolg van breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende
stuur- en remvermogen van de tractor!
•
Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de
tractor koppelt.
Koppel de machine uitsluitend aan tractoren die daartoe ge-
schikt zijn.
•
Voer een remmentest uit om te controleren of de tractor ook met
aangekoppelde machine over voldoende remvermogen be-
schikt.
Voor de geschiktheid van uw tractor zijn in het bijzonder de volgende
voorwaarden van belang:
•
het toelaatbare totaalgewicht
•
de toelaatbare asbelastingen
•
de draagvermogens van de gemonteerde banden
Deze gegevens staan op het typeplaatje of op het kentekenbe-
wijs en in de bedieningshandleiding van de tractor.
De vooras van de tractor dient altijd met tenminste 20% van het eigen
gewicht van de tractor belast te zijn.
De tractor dient de door de tractorfabrikant voorgeschreven remver-
traging ook te realiseren als de machine is aangekoppeld.
Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor, aangegeven in het ken-
tekenbewijs, dient hoger te zijn dan de som van
•
leeggewicht van de tractor,
•
ballastgewicht en
•
totaalgewicht van de aangebouwde machine of oplegdruk van
de aangekoppelde machine.
Deze opmerking geldt alleen voor Duitsland:
Als het, ondanks het ten volle benutten van alle mogelijkheden die in
redelijkheid gevergd kunnen worden, niet mogelijk is om de asbelas-
tingen en/of het toelaatbare totaalgewicht aan te houden, kan op ba-
sis van een rapport van een officieel erkende deskundige voor het
autoverkeer met toestemming van de tractorfabrikant de volgens het
deelstaatrecht verantwoordelijke overheidsinstantie een speciale ver-
gunning volgens § 70 StVZO alsmede de noodzakelijke toestemming
volgens § 29 alinea 3 StVO verlenen.
Inbedrijfstelling
51