Instellingen
8.2
Instellen van de strooihoeveelheid
8.3
Controle strooihoeveelheid
Strooihoeveelheid controleren:
•
bij het wisselen van mestsoort;
•
bij verandering van strooihoeveelheid;
•
bij verandering van werkbreedte.
De strooihoeveelheid kan ook worden gecontro-
leerd
•
aan het begin van het strooien (de kalibra-
tiefactor wordt bij het verspreiden van de
eerste 200 kg kunstmest bepaald);
•
continu tijdens het strooien (online-
kalibratie);
•
vóór het gebruik bij stilstaand voertuig.
Zie bedieningshandleiding
software AMABUS / hoofdstuk Kalibra-
tie mest - Afb. 36/1.
68
Zie bedieningshandleiding software AMABUS!
De voor de gewenste strooihoeveelheid vereiste schuifstand wordt
via de beide doseerschuiven elektronisch ingesteld.
Na invoer van de gewenste strooihoeveelheid op de
AMATRON 3 [voorgeschreven hoeveelheid in kg/ha] moet de
mestkalibratiefactor worden bepaald (controle strooihoeveelheid).
Deze bepaalt het regelgedrag van de AMATRON 3.
Afb. 38
ZA-M BAG0005.7 11.13