Basishandelingen
Het stopmoment wijzigen
Standaard geldt het stopmoment dat in het printerstuurprogramma is ingesteld.
De instellingen kunnen echter op de machine worden gewijzigd als deze is gestopt.
LET OP:
• Als in het stuurprogramma "Auto Afdr." op AAN is ingesteld, drukt u op
zigingen aan te brengen.
1
Druk op de functietoets "Auto Afdr.".
Het scherm Auto Afdr. wordt weergegeven.
2
Selecteer de gewenste functie.
• [AAN]: voor het maken van een master en
automatisch afdrukken.
• [Semi-Auto(Afdrukken)]: nadat gegevens zijn
ontvangen, stopt de machine vóór het maken
van een master.
• [Semi-Auto(Master)]: nadat er een master is
gemaakt, wordt er een testkopie afgedrukt en
wordt de bewerking gestopt.
• [Auto Process UIT]: hiermee stopt u vóór de
mastercreatie en nogmaals vóór het afdrukken.
LET OP:
• Zie
p.46 voor informatie over de werking na
elke stop.
50
Afdrukken van computergegevens [Direct afdrukken]
om de bewerking te stoppen en de wij-
3
Druk op [OK].
Het volgende scherm wordt weergegeven.
Het basisscherm wordt weergegeven en de instel-
ling Auto Afdr. wordt bijgewerkt.