Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt
Functies
Lades totaal
Voer het totaal aantal lades naast de
standaardlade in.
Belangrijk!:
• Als het aantal minder is dan het aantal
lades dat in andere opties is ingesteld,
worden de andere opties uitgeschakeld.
• Voer het werkelijke aantal beschikbare
lades voor de gekoppelde printer in.
Wanneer u een onjuist aantal invoert, treedt
een fout op en kunt u niet afdrukken op de
gekoppelde printer.
Staple
Schakel "Staple" in als het apparaat deze
mogelijkheid biedt. Voer tevens het
*1
ladenummer
in dat door de functie "Staple"
wordt gebruikt en of de lade vast/variabel is.
Offsetpagina's
Schakel "Offsetpagina's" in als het apparaat
deze mogelijkheid biedt. Voer tevens het
*1
ladenummer
in dat voor de functie
"Offsetpagina's" wordt gebruikt.
184
Gekoppelde printers instellen [Koppeleigensch.]
Beschrijving
0-99
UIT: nieten niet
mogelijk.
(uitgeschakeld)
AAN: nieten mogelijk.
Nummer gebruikte
lade, vast/variabel.
UIT: geen verschuiving
mogelijk.
(uitgeschakeld)
AAN: verschuiving
mogelijk.
Nummer gebruikte
lade.
Invoeren
• Voer "0" in als u voor het afdrukken de
standaardlade van de gekoppelde
printer gebruikt.
• Voer de getallen in met
de afdrukaantaltoetsen.
Selecteer een toets door erop te
drukken.
Voer "Laade Nr" in met
afdrukaantaltoetsen.
Selecteer een toets door erop te
drukken.
Voer "Laade Nr" in met
afdrukaantaltoetsen.
U kunt via soortgelijke stappen ook
"Offsetpagina's" en "Perforeren"
instellen.
of met
of met de
of met de