5
Voer met de afdrukaantaltoetsen het
aantal exemplaren in dat u wilt
afdrukken.
Het aantal wordt in de afdrukaantalweergave
weergegeven.
LET OP:
• Als u het aantal wilt wijzigen, drukt u op
en voert u het juiste aantal in.
6
Druk op
Het scannen van het origineel wordt gestart.
De gegevens van het gescande origineel worden
naar de gekoppelde printer verzonden en het
ingestelde aantal exemplaren wordt op de gekop-
pelde printer afgedrukt.
LET OP:
• U kunt de huidige instellingen in het taakgeheu-
gen opslaan, zodat u ze later opnieuw kunt
gebruiken.
p.125
7
Druk op
als het afdrukken is vol-
tooid.
De standaardwaarde van de instelling wordt hersteld.
.
Gescande originelen op gekoppelde printers afdrukken [Link Mode]
Als u een gekoppelde printer (apart verkocht) gebruikt
Tip:
Als meerdere gekoppelde printers op het net-
werk zijn aangesloten
Als er meerdere gekoppelde printers op het net-
werk zijn aangesloten, kunt u het gewenste uit-
voerapparaat selecteren.
Volg de onderstaande stappen als u een andere
gekoppelde printer wilt gebruiken:
1)
Raak de toets "Printernaam" op het koppe-
lingsbasisscherm aan.
2)
Selecteer de gekoppelde printer waarop u
wilt afdrukken.
LET OP:
• Als een gekoppelde printer een storing
heeft, kunt u deze printer niet selecteren.
• Als in de Link Mode een fout op de gekop-
pelde printer optreedt, wordt het scherm
Link Mode weergegeven. Selecteer een
andere gekoppelde printer, die op dat
moment wel voor afdrukken beschikbaar is.
Neem voor informatie over het aanschaf-
fen van extra gekoppelde printers contact
op met de leverancier (of erkende repara-
teur).
189