Instellingen in de Parameterlijst opslaan
1
Druk op [Functies] in het basis-
scherm voor afdrukken.
2
Druk op [Sp. papierbestur.].
3
Pas [Papierinvoerinst.],
[Pap.uitv.aanpas] en [Ontvangen la]
aan (wanneer de automatische sta-
pellade wordt gebruikt).
LET OP:
• Raadpleeg
p.101 voor meer informatie over
instellingen.
Papierinvoer/Uitvoerinstellingen voor speciaal papier en afdrukmethodes [Uitw.geleid.contr.] [Sp. papierbestur.]
4
Bevestig in het scherm Sp. papier-
bestur. de instellingen.
5
Druk op [Invoer/Bel].
Het scherm Parameterlijst wordt weergegeven.
6
Druk op een toets die nog niet wordt
gebruikt.
Ongebruikte toetsen worden weergegeven met
een ononderbroken lijn.
Grijze knoppen zijn niet beschikbaar (al in gebruik
voor een andere instelling).
Afdrukfuncties
107