4
Voer met de afdrukaantaltoetsen het
aantal exemplaren in dat u wilt
afdrukken.
Het aantal wordt in de afdrukaantalweergave
weergegeven.
LET OP:
• Als u het aantal wilt wijzigen, drukt u op
en voert u het juiste aantal in.
5
Druk op
Nadat een master is gemaakt, wordt een testkopie
afgedrukt en wordt de taak gestopt.
6
Controleer de testkopie.
Wijzig indien nodig instellingen.
7
Druk op
De machine drukt het ingevoerde aantal exempla-
ren af. De master voor het volgende origineel
wordt gemaakt, de testkopie wordt afgedrukt, en
de machine stopt opnieuw.
Herhaal stap 6 en 7.
Testen en afdrukken (met de optionele automatische documentinvoer) [ADF Semi-Auto]
.
.
Geavanceerde functies
141