2.4.1 Draaimoment voor schroeven van deksel
van klemmenkast
Draaimoment: 1,6 - 2 Nm.
2.4.2 Motorbeveiliging
Eenfasemotoren
Eenfasemotoren zijn voorzien van ingebouwde ther-
mische beveiliging, conform IEC 60034-11, tegen
thermische overbelasting met zowel snelle als trage
variatie.
Driefasenmotoren
Driefasenmotoren moeten worden beschermd door
een motorbeveilingsautomaat, overeenkomstig de
lokale regelgeving.
MG motoren vanaf 3,0 kW zijn standaard uitgerust
met thermische schakelaars (PTC) en beveiligd
tegen thermische overbelasting met zowel snelle als
trage variatie. De motorbeveiliging wordt aangege-
ven op het typeplaatje.
2.4.3 Posities in de klemmenkast
De klemmenkast kan in drie posities worden gezet,
in stappen van 90 °, zie afb. 8.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de bouten waarmee de motor aan de
motorstoel is bevestigd.
2. Draai de motor in de gewenste positie.
3. Plaats de vier bouten terug en draai deze vast.
De elektrische motor dient op de voeding te worden
aangesloten overeenkomstig het aansluitschema
aan de binnenzijde van het deksel van de klemmen-
kast.
Positie 3
Positie 6
uur
uur
Afb. 8
Posities van de klemmenkast, boven-
aanzicht
6
Positie 9
Positie 12
uur
uur
2.4.4 Plugaansluitingen
De pompen kunnen worden uitgerust met een 10-
pens multi-plugaansluiting, type Han
Het doel van de multi-plugaansluiting is het gemak-
kelijker maken van de elektrische installatie en het
onderhoud aan de pomp.
Afb. 9
Multi-plugaansluiting op een motor van
Grundfos
6
7
8
W2 U2
V2
U1
V1
W1
1
2
3
Afb. 10 Verbindingen tussen motorklemmen en
plugaansluitingen
L1
L2
1
2
6
7
Afb. 11
Plugaansluitingen voor steraansluiting
L1
L2
1
2
7
6
Afb. 12 Plugaansluitingen voor driehoeksaan-
sluing, lasplaten voor aansluitingen
bevinden zich in de plug
®
10 ES.
9
10
4
5
L3
3
4
5
8
9
10
L3
3
4
5
8
9
10