Functies van instrumenten en bedieningselementen
Koppelingshendel
3
1. Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-43.)
DAU12822
Schakelpedaal
1
1. Schakelpedaal
2. Schakelschakelaar
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motorfiets en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen van
de 6-traps constant-mesh versnellingsbak.
Als het snelschakelsysteem is ingescha-
keld, detecteert de schakelschakelaar de
beweging van het schakelpedaal en kan
worden opgeschakeld zonder de koppe-
lingshendel te bedienen. (Zie pagina 3-25.)
DAU84320
2
1
3-25
Snelschakelsysteem
Het snelschakelsysteem (QS) maakt bij
volgas elektronisch ondersteund opscha-
kelen zonder koppelingshendel mogelijk.
Als de schakelschakelaar beweging van
het schakelpedaal (pagina 3-25) detecteert,
worden het motorvermogen en aandrijf-
koppel tijdelijk aangepast om het opscha-
kelen mogelijk te maken.
OPMERKING
Het snelschakelsysteem werkt bij
snelheden van minimaal 20 km/h
(12 mi/h) met een motortoerental van
2300 tpm of hoger en alleen bij op-
trekken.
Het werkt niet als de koppelingshen-
del wordt ingetrokken.
DAU84330