Inhoudsopgave
Advertenties
Functies van instrumenten en bedieningselementen
Om het stuur te ontgrendelen
1
3
1. Drukken.
2. Draaien.
Druk de sleutel in de stand "LOCK" in en
draai deze dan naar "OFF".
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar "
" te kunnen draaien.
LET OP
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
Stuurschakelaars
2
Links
1
1. Rijmodusschakelaar "MODE"
2. TCS-schakelaar "
3. Cruise-controlschakelaars
4. Schakelaar alarmverlichting "
DAU59680
5. Claxonschakelaar "
6. Richtingaanwijzerschakelaar "
7. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar
"
DCA20760
2
7
6
5
/
"
"
"
/
/
/PASS"
3-3
DAU66055
Rechts
3
4
1. Stop/Run/Start-schakelaar "
2. Wielschakelaar "
Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar "
Zet deze schakelaar op "
licht en op "
" voor dimlicht.
"
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde "PASS" van de
schakelaar terwijl de koplampen op dim-
licht staan.
Richtingaanwijzerschakelaar "
Druk deze schakelaar naar "
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar "
" om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
1
2
/
/
"
"
DAU73921
/
/PASS"
" voor groot-
DAU66040
/
"
" om afslaan
Advertenties
Inhoudsopgave
