4.2
Functies van de toetsen
RECOVERY
RESET
UP en DOWN
PROGRAM Keys
PROFILE
Programme QUICK
Keys
START / STOP
ENTER
Druk op deze toets om je herstelhartslag te
berekenen.
1.
Reset: Druk op de toets om naar het hoofdmenu terug te keren.
2.
Herstarten: Houd de toets ingedrukt om de computer te herstarten.
Trainingsgegevens worden niet opgeslagen. Deze functie is
handig, wanneer de console niet reageert.
1.
Voor de workout: Gebruik de pijltoetsen om opties te selecteren en
doelwaarden in te stellen.
2.
Tijdens
de
workout:
moeilijkheidsgraad of het wattdoel te wijzigen.
OPMERKING
L
De pijltoetsen zijn tijdens alle hartslagprogramma's gedeactiveerd.
Programmatoetsen voor:
+
MANUAL: 1 handmatig programma
+
PROGRAM: 12 profielprogramma's (P1 tot P12)
+
WATT: 1 wattgestuurd programma
+
PERSONAL: 4 gebruikersprogramma's (U1, U2, U3, U4)
+
H.R.C. : 4 hartslagprogramma's (55%, 75%, 90%, TAG (= doelhartslag)
+
RANDOM: Een willekeurig opgesteld profielprogramma
Snelkeuzetoetsen: Met deze toetsen kom je direct in het gekozen
profielprogramma terecht.
1.
Snelstart: Alle verdere invoer overslaan en direct met de
handmatige modus starten.
2.
Voor de workout: Start het gekozen programma nadat je de
gewenste programmaopties hebt ingevoerd.
3.
Tijdens de training: Het programma pauzeren of beëindigen.
OPMERKING
L
Na een inactiviteit van vier minuten schakelt de console over naar
de energiespaarmodus; het programma blijft echter gepauzeerd.
1.
Voor de training: Bevestig de ingestelde programmaopties van het
gekozen programma.
2.
Tijdens een gepauzeerd programma: Druk op de toets om af te
wisselen tussen de mogelijke doelwaarden voor dit programma.
3.
Door de gebruiker gedefinieerd programma: Houd ENTER twee
seconden ingedrukt om alle andere instellingen over te slaan.
OPMERKING
L
Deze toets heeft geen functie tijdens de training.
Gebruik
de
pijltoetsen
om
de
21