-r*
[lb. 35
C)Iie.
en
wqterqfscheider
drulrregelccrr
en
vorstbeveiliEer
Teneinde
de
bcrnden
op te
pompen
dient
men
ncrdqt
de
ctfscheider
is
cfgeblczen
de
vleugelmoer
Q)
te
verwijderen
en de slcng
crctn
te
brengen.
Achter de
drukregelccr is
een
vorst-
beveiliger
gemonteerd teneinde
be-
vriezing
vctn condenswqter
tijdens
de
vorstperiode
te
voorkomen.
Vóór
de winter moet de
beveiliger
gedemonteerd
en
grondig
worden
gereinigd.
Wcrnneer
de
tempercrtuur
beneden
het vriespunt
dcralt moet
de
vorstbe-
veiliger
in
werking worden
gesteld.
rzftHiE
[lb. 36
VorslbeveilÍEer
Hiervoor
is
een
vulplug
met peilstok
crcrnwezig
G in
crfb.
35). De vulstop
moet worden
geopend
met
stil-
stqqnde motor. De
knop (5)
moet
in
de
onderste stcrnd
stqqn.
De regelknop
(
5
)
bevindt
zich
qcrn
de
bovenzijde. Geheel uitgetrokken:
beveiliging
tot
-4o
C;
hcrlf
uitge-
trokken: beveiliging onder
-4"
C;
niet
uitgetrokken: geen beveiliging
(cfb.36).
Luchtketels
dienen
dcrgelij
ks
te
worden
cfgetcpt
bij
lopende
motor.
+
I
0.
Oplegger-remklep
I
l.
Afsluiter
12.
Koppelingskop
t
3.
Mcrnometer
14.
Snel
ontluchtklep
15.
Remluchtkcmer
16.
Remluchtkcrmer
L7.
Koppelingskop
1.
Compressor
2.
Olie- en
watercrfscheider
3.
Drukregelcrcrr
4.
Vorstbeveiliger
5.
Luchtketel
6.
Luchtketel
7.
Overstroomklep
8.
Leidingfilter
9.
Remklep
32