5.
6.
7.
r
,
I
i
i
I
t
T I
It
II
It
rI
It
IJ
s
IEDENE
4fl||O KM
I
.
Motorolie
verversen.
2.
Luchtfilters reinigen
en
filter-
olie
verversen.
3.
Cqrterolie
vcrn
inspuitpomp
ver-
versen met
cq.
Y+
liter
motorolie.
4.
(DS
575
motor) Olienivequ
vctn
regulcrteur
huis
vcrn
brcrndstof
-
pomp
controleren
en
zonodig
bijvullen
met
motorolie.
5. Filters op
kleppendeksel
rei-
nigen
en olie
verversen.
6.
V-snacrr
spcrnning
controleren.
7.
Alle leidingen
en
pijpverbindin-
gen
controleren.
8.
(DD
57
5
motor)
Smoorklepbe-
diening
smeren.
9.
Werking
vqn
remluchtcompres-
sor
controleren.
10.
Bediening uitlcrqtrem
(indien
gremonteerd)
smeren.
IEDENE Sflfl||
KM
l.
Smeeroliefilterelement
vernieuwen.
2.
Element
brcrndstof grof
f
ilter
reinigen.
3.
Kopbouten
vcrn remlucht
com-
pressor
controleren.
IEDENE
16.000 KM
l. Elementen vqn
brqndstof
fijn-
filter
vernieuwen.
2. Klepspeling controleren.
De
speling
(bij
koude motor)
be-
dracrgt 0,5
mm.
3. Mqximum onbelcst
toerentql
controleren.
4.
Af
stelling
stcrtioncrir
toerentql
controleren.
AIle bouten en
moeren
vctn
motor
en
qccessoires natrekken.
Denk
speciccl aan
inspuitpomp,
turbo-compressor
en
remlucht-
compressor.
Filter
crchter
ontluchtpijp
vcrn
motorventilcrtie reinigen.
Acrndrij
ving toerenteller
crcrn
rechterzijde
vcrn
motorblok
spcrcrr-
zc:r:m
met
vet
smeren.
Motor
uitwendig
reinigen.
Alb.
30
AcndrijvinE
toerenteller
IEDENE
48.f|||O KM
l.
ZeeÍ.
in
oliepcrn reinigen.
2.
Verstuivers
demonteren,
reinigen
en
testen.
3.
Remluchtcompressor
reinigen.
4.
Persleiding
vcn
compressor
nctcrr
drukregelqqr
reinigen
c.q.
ver-
vangen.
5.
Inspuitpomp testen en
vullen
met
motorolie
(Y+
liter).
6.
Brcrndstoftcrnk
en
bodemzeef
reinigen.
8.
NIEUWE
OF
GEREVIDEERDE MOTOR
Bij
een
nieuwe
of
gerevideerde motor moeten
tijdens de inloopperiode
enige
extrcr
beurten worden uitgevoerd en
wel bij:
25