9. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door een
erkende elektriciën in overeenstemming met de lokale regelge-
ving.
Waarschuwing
Voordat u het deksel van de klemmenkast verwij-
dert en voordat u de pomp verwijdert/demonteert
dient u er zeker van te zijn dat de voedingspan-
ning is uitgeschakeld.
De pomp moet worden verbonden met een
externe netschakelaar.
De bedrijfsspanning en -frequentie staan vermeld op het type-
plaatje. Zorg ervoor dat de motor geschikt is voor de aanwezige
voedingsspanning.
De elektrische aansluiting dient te worden uitgevoerd overeen-
komstig het aansluitschema aan de binnenzijde van het deksel
van de klemmenkast.
Waarschuwing
Indien elektrisch aangedreven apparatuur in een
explosie-gevaarlijke omgeving wordt gebruikt,
dienen de in Nederland/België geldende voor-
schriften in acht te worden genomen.
9.1 Motorbeveiliging
Driefasenmotoren moeten op een motorbeveiliging worden aan-
gesloten.
Alle driefasen Grundfos MG en MMG motoren van 3 kW en meer
zijn voorzien van een thermistor. Zie de instructies in de klem-
menkast van de motor.
Sluit de installatie aan zoals aangegeven staat op het aansluit-
schema aan de achterzijde van het deksel van de klemmenkast.
Waarschuwing
Voordat u begint met werkzaamheden aan moto-
ren die voorzien zijn van een thermische schake-
laar of thermistors, dient u zich ervan te overtui-
gen dat de motor niet automatisch opnieuw kan
inschakelen nadat deze afgekoeld is.
9.2 Gebruik van een frequentie-omvormer
Alle driefasenmotoren kunnen worden aangesloten op een fre-
quentie-omvormer.
Bij gebruik van een frequentie-omvormer wordt de isolatie van de
motorwikkelingen vaak blootgesteld aan zwaardere belasting en
is de motor luidruchtiger dan normaal door wervelstromen als
gevolg van spanningspieken.
Een grote motor die wordt aangedreven via een frequentie-
omvormer wordt belast met stromen door de lagers.
20
Controleer de bedrijfscondities als de pomp wordt aangedreven
via een frequentie-omvormer.
Bedrijfscondities
Actie
2-, 4- en 6-polige
Controleer of één van de motorlagers elek-
motoren, bouw-
trisch geïsoleerd is. Neem contact op met
grootte 225 en
Grundfos.
meer
Monteer een uitgangsfilter tussen motor en
Geluidsgevoelige
frequentie-omvormer; dit reduceert de
toepassingen
spanningspieken en dus ook het geluid.
Bijzonder geluids-
gevoelige toepas-
Monteer een sinusfilter.
singen
Monteer een kabel die voldoet aan de spe-
cificaties van de leverancier van de fre-
Kabellengte
quentie-omvormer. De lengte van de kabel
tussen motor en frequentie-omvormer
beïnvloedt de motorbelasting.
Voedingsspanning
Controleer of de motor geschikt is voor fre-
tot 500 V
quentie-omvormers.
Monteer een sinusfilter tussen motor en
Voedingsspanning
frequentie-omvormer. Dit reduceert de
spanningspieken en dus ook het geluid. Of
tussen 500 V en
690 V
controleer of de motor over verzwaarde
isolatie beschikt.
Voedingspanning
Monteer een sinusfilter en controleer of de
van 690 V en hoger
motor over verzwaarde isolatie beschikt.
10. Inbedrijfstelling en opstarten
Schakel de pomp pas in wanneer deze met vloei-
N.B.
stof is gevuld en is ontlucht.
10.1 Algemene informatie
Waarschuwing
Bij het verpompen van drinkwater moet de pomp
met schoon water worden doorgespoeld alvorens
te worden ingeschakeld om alle vreemde materie,
zoals conserveringsmiddelen, testvloeistof of
vet, te verwijderen.
10.1.1 Pompen met stopbuspakking
Controleer bij pompen met een stopbuspakking of de pakking-
drukker correct is aangebracht. De pompas moet handmatig kun-
nen worden gedraaid. Als de pomp lange tijd uitgeschakeld is
geweest, draait u deze handmatig om er zeker van te zijn dat de
pomp niet is gaan vastzitten. Maak de stopbuspakking los of ver-
wijder de pakking.
10.2 Inbedrijfstelling
10.2.1 Het leidingsysteem spoelen
De pomp is niet ontworpen voor het verpompen
van vloeistoffen die vaste deeltjes bevatten,
zoals puin uit leidingen en lasslakken. Voordat u
de pomp opstart moet het leidingsysteem gron-
Voorzichtig
dig worden gereinigd, gespoeld en met schoon
water worden gevuld.
De garantie omvat geen schade als gevolg van
het spoelen van het leidingsysteem met de pomp.