105-3888
1. Lees de Gebruikershandleiding.
2. Om de parkeerrem te vergrendelen, moet u de rempedalen
aan elkaar vastzetten met de borgpen, de rempedalen
intrappen en de knop van de parkeerrem omhoogtrekken.
3. Om de parkeerem vrij te zetten, trapt u het rempedaal in.
105-7506
1. Lees de
Gebruikershandleiding
2. Motor—Afzetten
93-6699
1. Snelheid van de machine
2. Langzaam
3. Aan
4. Motor—Voorgloeien
5. Motor—Starten
3. Continu snelheidsregeling
4. Snel
1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd,
ventilator—Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
105-9223
(aanbrengen op onderdeelnr. 105–3890 conform
EU-voorschriften)
1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding.
2. Om de motor te starten (raadpleeg de Gebruikershandleiding ),
moet u plaats nemen op de bestuurdersstoel, het
contactsleuteltje op Lopen draaien totdat het lampje
Voorgloeien dooft, het contactsleuteltje vervolgens op Start
draaien en het rempedaal intrappen.
3. Om de motor af te zetten (raadpleeg de
Gebruikershandleiding ), moet u de aftakas uitschakelen, het
contactsleuteltje op Stop draaien en daarna verwijderen, en de
parkeerrem vergrendelen.
105-9222
(aanbrengen op onderdeelnr. 105–3889 conform
EU-voorschriften)
1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding .
2. Machine kan kantelen—Laat het maaidek neer als u een
helling afrijdt. Gebruik de machine niet dwars of heuvelafwaarts
op een helling van meer dan 15 graden.
3. Machine kan voorwerpen uitwerpen—Doe de veiligheidsgordel
om. Blijf op veilige afstand van de machine.
4. Handen of voeten kunnen worden gesneden—Blijf uit de buurt
van bewegende onderdelen.
5. Waarschuwing—Zet de motor af alvorens de machine te verlaten.
9
93-7272