De machine duwen of slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen
door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in
werking te stellen en de machine te duwen of te slepen. U
mag de machine niet duwen of slepen over een afstand
van meer dan 0,4 km.
Belangrijk
U mag de machine niet sneller dan 3–4,8
km per uur duwen of slepen omdat hierdoor de transmissie
kan worden beschadigd. De omloopklep moet open zijn als
de machine wordt geduwd of gesleept.
1. Open de motorkap en verwijder het middelste scherm.
2. Draai de klep 90 in een van beide richtingen om deze
te openen en de olie inwendig om te laten leiden. Omdat
de vloeistof is omgeleid, kan de machine langzaam
worden voortbewogen zonder dat de transmissie wordt
beschadigd. Let op de stand van de klep als deze wordt
geopend of gesloten.
Figuur 19
1. Omloopklep
3. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de
klep niet met een torsie van meer dan 7–11 Nm.
Belangrijk
geduwd of gesleept, moet u ook zorgen voor een omleiding
langs de afsluitklep in het verdeelstuk van de
vierwielaandrijving. Daartoe moet u een slangset (slang
onderdeelnr. 95-8843, koppeling nr. 95-0985 [aantal 2] en
hydraulische aansluiting nr. 340-77 [aantal 2]) aansluiten
op de poort om de druk in de tractie voor de achteruit-stand
te testen en in de poort voor de druk in de
vierwielaandrijving in de achteruit-stand.
Kriksteunpunten
Op de voorkant van het frame van de machine aan de
binnenzijde van elk wiel
Op de achterkant van het frame op het midden van as
Bevestigingspunten
1
Aan beide kanten van het frame onder de voorste
opstap.
De achterbumper
25
Als de machine achteruit moet worden