Foto leerprogramma
Gebruiken van het controlepaneel
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen van de camera te
configureren.
1.
Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
• U kunt het controlepaneel tonen door te drukken op [2].
[8] [2] [4] [6]
[SET] (instellen)
2.
Selecteer d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen.
Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en
worden de instellingen getoond.*
Automatische opnamemodus
(pagina 24)
Fotobeeldformaat/beeldkwaliteit
(pagina's 32, 62)
Filmbeeldkwaliteit (pagina 34)
Flitser (pagina 35)
*1
Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de
opnamemodus.
*2
De beeldkwaliteit van foto's kan niet veranderd worden m.b.v. het
controlepaneel.
3.
Verander d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling.
4.
Herhaal stappen 2 en 3 als u andere instellingen wilt configureren.
5.
Druk op [SET] (instellen) nadat alle instellingen naar wens zijn.
Hierdoor worden de instellingen uitgeoefend en teruggekeerd naar de OPNAME
modus.
Als u "MENU" selecteerde, verschijnt het OPNAME menu.
Als u "BS", selecteert, verschijnt het BEST SHOT scènemenu.
• U kunt het controlepaneel sluiten door te drukken op [
Beschikbare instellingen
1
*
2
31
Controlepaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Zelfontspanner (pagina 37)
Schmink (pagina 38)
Belichting (pagina 38)
OPNAME menudisplay (pagina 51)
BEST SHOT scèneselectie
(pagina 46)
] (Wissen).
Foto leerprogramma