Kan scherpstelpunt niet selecteren:
• Ontgrendel de vergrendeling van de scherpstelselectieknop (0 89).
• Automatisch veld-AF geselecteerd of gezicht gedetecteerd wanneer
gezichtprioriteit-AF is geselecteerd in livebeeld: Kies andere stand (0 86,
88).
• Camera bevindt zich in de weergavestand (0 229) of menu's zijn in gebruik
(0 266).
• Druk de ontspanknop half in om de stand-by-timer te starten (0 37).
Kan AF-veldstand niet selecteren: Handmatige scherpstelling geselecteerd
(0 83, 97).
Kan AF-veldstand niet selecteren: Handmatige scherpstelling geselecteerd
(0 83, 97).
Er wordt slechts één foto gemaakt elke keer dat de ontspanknop in de continu-opnamestand
wordt ingedrukt: Continu opnemen is niet beschikbaar als de ingebouwde
flitser flitst (0 148).
Beeldformaat kan niet worden gewijzigd: Beeldkwaliteit ingesteld op NEF (RAW)
(0 77).
Camera is traag bij het fotograferen: Schakel ruisonderdrukking lange tijdopname
uit (0 271).
AF-hulpverlichting brandt niet:
• AF-hulpverlichting brandt niet als AF-C is geselecteerd voor autofocusstand
(0 83) of als continue servo-autofocus is geselecteerd wanneer de camera
zich in de stand AF-A bevindt. Kies AF-S. Selecteer middelste scherpstelpunt
als er een andere optie dan automatisch veld-AF is geselecteerd voor
AF-veldstand (0 91).
• De camera bevindt zich momenteel in livebeeld.
• Uit is geselecteerd voor Persoonlijke instelling a9 (Ingeb.
AF-hulpverlichting, 0 277).
• Verlichting werd automatisch uitgeschakeld. Verlichting kan heet worden
bij continu gebruik; wacht tot verlichting is afgekoeld.
Foto's zijn vlekkerig: Reinig de voorste en achterste objectiefelementen. Als het
probleem aanhoud, voer dan reiniging van de beeldsensor uit (0 321).
335