3
Stel scherp.
Kadreer de openingsopname en stel
scherp (druk op de X/T-knop om in
te zoomen voor nauwkeurige
scherpstelling, zoals beschreven op pagina 38; voor meer
informatie over scherpstellen tijdens filmopnamen, zie
pagina 83). Merk op dat het aantal onderwerpen dat kan worden
gedetecteerd in gezichtprioriteit-AF afneemt tijdens
filmopnamen.
A
Belichting
De beschikbare belichtingsinstellingen verschillen per opnamestand:
P, S
A
M
SCENE, %
Andere
opnamestanden
In stand M kan sluitertijd worden ingesteld op waarden tussen
1
/
en
8.000
de beeldsnelheid; 0 166). Spotmeting is niet beschikbaar. Als het
resultaat over- of onderbelicht is, sluit dan af en herstart livebeeld.
A
Witbalans
In de standen P, S, A en M kan witbalans op elk gewenst moment worden
ingesteld door de L (U)-knop in te drukken en aan de
hoofdinstelschijf te draaien (0 111).
162
Sluitertijd
—
—
✔
—
—
sec. (de langst beschikbare sluitertijd varieert afhankelijk van
ISO-
gevoeligheid
Belichtingscorrectie Lichtmeting
(0 275)
—
—
✔
—
—
✔
✔
✔
✔
✔
—
✔
—
—
—
1
/
25
sec.