A
Goede resultaten verkrijgen met autofocus
Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. De
ontspanknop wordt mogelijk uitgeschakeld als de camera onder deze
omstandigheden niet kan scherpstellen, of de scherpstelaanduiding (I)
wordt mogelijk weergegeven en de camera laat een signaal horen,
waardoor de sluiter wordt ontspannen zelfs wanneer het onderwerp niet
scherp in beeld is. Stel in deze gevallen handmatig scherp (0 97) of gebruik
scherpstelvergrendeling (0 93) om op een ander onderwerp op dezelfde
afstand scherp te stellen en pas vervolgens de compositie van de foto aan.
96
Er is weinig of geen contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Voorbeeld: Het onderwerp heeft dezelfde kleur als de
achtergrond.
Het scherpstelpunt bevat voorwerpen op verschillende
afstanden van de camera.
Voorbeeld: Het onderwerp bevindt zich in een kooi.
Het onderwerp bestaat grotendeels uit regelmatige
geometrische patronen.
Voorbeeld: Lamellen of een rij vensters in een
flatgebouw.
Het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk
contrasterende helderheid.
Voorbeeld: Het onderwerp bevindt zich half in de
schaduw.
Voorwerpen op de achtergrond lijken groter dan het
onderwerp.
Voorbeeld: Achter het onderwerp staat een gebouw in
beeld.
Het onderwerp bevat veel fijne details.
Voorbeeld: Een veld met bloemen of andere
onderwerpen die klein zijn of weinig variatie in
helderheid hebben.