Bij andere waarden dan ±0,0 wordt na het ontspannen van de
M (Y)-knop een Y-pictogram weergegeven. De huidige waarde
voor flitscorrectie kan worden bevestigd door op de M (Y)-knop te
drukken.
Normale flitssterkte kan worden hersteld door flitscorrectie in te
stellen op ±0,0. Behalve in de stand SCENE wordt belichtingscorrectie
niet teruggezet wanneer de camera wordt uitgeschakeld (in de
stand SCENE wordt belichtingscorrectie teruggezet wanneer een
andere stand is geselecteerd of de camera uitgeschakeld is).
A
Optionele flitsers
De flitscorrectie geselecteerd voor de optionele flitser wordt toegevoegd
aan de flitscorrectie geselecteerd voor de camera.
A
Zie ook
Zie Persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 278) voor
informatie over het kiezen van de stapgroottes beschikbaar voor
flitscorrectie. Zie persoonlijke instelling e4 (Belichtingscorr. voor flitser,
0 283) voor informatie over hoe flitser en belichtingscorrectie te
combineren. Zie pagina 197 voor informatie over automatisch variërende
flitssterkte voor een serie opnamen.
152