8. Werking
0
2
4
6
8
10
12
14
AKTUEEL PROG. C
Keuze van het gebruikte
E
1
tijdsprogramma op de betrieff
2
ende kring C
1
D
2
bar
#
F
!
% $
AUTO
J
I
STD
0
2
4
6
8
E
1
2
1
D
2
bar
F
#
% $
AUTO
J
I
STD
8.2
Uitschakeling van de installatie
8.3
Vorstbeveiliging
83
16
18
20
22
24
P4
9
<
C002222-B-06
10
12
14
16
18
20
22
24
2x
LUNDI 11:45
!
:
<
C002224-D-06
5. Draai aan de draaiknop om de parameter te wijzigen.
6. Druk op de draaiknop om te valideren.
Druk op de toets h om te annuleren.
7. Druk 2 keer op de toets j om terug te keren naar de hoofddisplay.
Het is mogelijk om in plaats van de draaiknop de
toetsen ( en
OPGELET
Maak het apparaat niet spanningsloos. Indien het centrale
verwarmingssysteem een lange periode niet gebruikt
wordt, is het aan te raden de VAKANTIE -modus in te
schakelen (om voordeel te trekken uit de anti-
vastkitfunctie van de verwarmingspomp).
Als het CV-water in de ketel te ver in temperatuur daalt, treedt de
ingebouwde ketelbeveiliging in werking. Deze werkt als volgt:
4 Bij een watertemperatuur lager dan 7°C schakelt de ketelpomp in.
4 Bij een watertemperatuur lager dan 4°C schakelt de ketel in.
4 Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de ketel uit en
de circulatiepomp draait na.
OPGELET
De vorstbeveiliging werkt niet als het apparaat buiten
4
bedrijf is.
De ketelbeveiliging is slechts een beveiliging voor de
4
ketel en niet voor de installatie. Stel voor de
beveiliging van de installatie het apparaat in op de
VAKANTIE -modus.
De VAKANTIE S}-modus beschermt:
4 De installatie bij een buitentemperatuur onder 3 °C
(standaardinstelling).
MCA 15 - MCA 25 MCA 25/28 MI
te gebruiken.
080715 - 121149-07