6. Installatie
6.4
Gasaansluiting
29
De gasinstallatie en -aansluiting van de ketel moeten
uitgevoerd worden door een hiertoe bevoegde vakman
overeenkomstig de aanwijzingen van de normen NBN D
51.003, NBN D 30.003, NBN B 61.001, NBN B 61.002 en
NBN D 51.006. Er moet zich een stopkraan met KVBG-
goedkeuring bevinden in de leiding stroomopwaarts en in
nabijheid van de ketel.
g
Schroefdraad G¾"
1. Monteer de gasaanvoerleiding.
2. Monteer in deze leiding direct onder de ketel een gasafsluitkraan.
3. Monteer de gasleiding op de gasafsluitkraan.
WAARSCHUWING
De verzegelde onderdelen niet aanraken.
WAARSCHUWING
4
4
4
T002915-A
OPGELET
4
4
4
MCA 15 - MCA 25 MCA 25/28 MI
Sluit de hoofdgaskraan alvorens met de
werkzaamheden aan de gasleidingen te beginnen.
Controleer voor montage of de gasmeter voldoende
capaciteit heeft. Houd daarbij rekening met het
verbruik van alle huishoudelijke apparaten.
Waarschuw het plaatselijke energiebedrijf als de
gasmeter te weinig capaciteit heeft.
Zorg dat er geen vuil in de gasleiding zit. Blaas voor
montage de leiding door of klop deze goed uit.
Installeer in de gasleiding bij voorkeur een gasfilter
om vervuiling van het gasblok te voorkomen.
De gasleiding moet volgens de geldende
voorschriften worden aangesloten.
080715 - 121149-07