7. Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
7.1
Controlepunten vóór inbedrijfstelling
61
7.1.1.
Ketel bedrijfsklaar maken
WAARSCHUWING
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort
niet overeenkomt met de toegestane gassoorten.
Procedure om de ketel bedrijfsklaar te maken:
4 Controleer of de geleverde gassoort overeenkomt met de
gegevens op het typeplaatje van de ketel.
4 Controleer het gascircuit.
4 Controleer het hydraulisch circuit.
4 Controleer de waterdruk van de cv-installatie.
4 Controleer de elektrische aansluitingen van de thermostaat en de
andere externe aansluitingen.
4 Controleer overige aansluitingen.
4 Test de ketel op vollast. Controleer de instelling van de verhouding
gas/lucht.
4 Test de ketel op laaglast. Controleer de instelling van de
verhouding gas/lucht.
4 Afsluitende werkzaamheden.
MCA 15 - MCA 25 MCA 25/28 MI
080715 - 121149-07