Samenvatting van Inhoud voor De Dietrich MCX 24 MI Plus
Pagina 1
België - Luxemburg Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich PROJECT Installatie- en servicehandleiding Hoog rendement gaswandketels 24/28 MI Plus D u u r z a a m C o m f o r t...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhou den.
1 Veiligheid 1 Veiligheid 1.1 Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektri sche contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze onmid dellijk af.
Toelichting Wijzigingen in de ketel mogen alleen uitgevoerd wor den na schriftelijke toestemming van De Dietrich. 1.3 Aansprakelijkheden 1.3.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen. Ze worden daarom afgeleverd met de -markering en eventueel nood...
1 Veiligheid Het niet in acht nemen van de gebruiksvoorschriften van het apparaat. Gebrekkig of onvoldoende onderhoud van het apparaat. 1.3.2 Aansprakelijkheid van de installateur De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eer ste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meegelever...
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Aanvullende documentatie Naast deze handleiding is de volgende documentatie beschikbaar: Gebruikershandleiding In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen Tab.1 Certificeringen CE-identificatienummer PIN 0063BQ3009 Klasse NOx 5 (EN 15502–1) Type aansluiting 13(X) 33(X) 43(X) 83(X) 93(X) Aanvullende informatie De apparaten voldoen aan de eisen en normen van het Koninklijk Besluit van 17 juli 2009. 7664955 - v.01 - 31082016...
Kiwa Gastec, PV de : juin 2006 Zertifizierungs Institut : Kiwa Gastec, Pb. von : Juni 2006 Gemeten waarden, Mesures, Messwerten: De Dietrich MCX 24/28 MI Plus NOx: 65 mg/kWh CO: 49 mg/kWh Apeldoorn, July 2016 Klaas Ophoff Manager Projects BDR Thermea Group B.V.
3 Technische specificaties 3.1.3 Richtlijnen Naast de wettelijke voorschriften en richtlijnen, moeten ook de aanvullen de richtlijnen in deze handleiding worden opgevolgd. Voor alle voorschriften en richtlijnen, zoals genoemd in deze handleiding, geldt dat aanvullingen of latere voorschriften en richtlijnen op het moment van installeren van toepassing zijn.
Pagina 14
3 Technische specificaties 24/28 MI Plus Score sterren (1) Minimale hoeveelheid water dat uit de kraan komt om de ketel in bedrijf te laten komen. Tab.7 Gegevens elektrisch 24/28 MI Plus Voedingsspanning Opgenomen vermogen - Vollast Opgenomen vermogen - Stand-by <...
Pagina 15
3 Technische specificaties 24/28 MI Plus Emissies van stikstofoxiden mg/kWh Parameters van het sanitair-warmwater Opgegeven capaciteitsprofiel Dagelijks elektriciteitsverbruik 0,153 elec Jaarlijks elektriciteitsverbruik ƞ Energie-efficiëntie van waterverwarming Dagelijks brandstofverbruik 24,449 fuel Jaarlijks brandstofverbruik (1) Lage temperatuur betekent voor verwarmingsketels met rookgascondensor een temperatuur van 30°C, voor lagetemperatuurketels 37°C en voor andere verwarmingstoestellen 50°C (bij de inlaat van het verwarmingstoestel).
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving De MCX ketel is een gaswandketel met de volgende eigenschappen: Hoog rendement verwarming Lage verontreinigende uitstoot De volgende keteltypes zijn verkrijgbaar: 24/28 MI Plus Verwarming en productie van sanitair warm water.
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Toelichting De installatie en het onderhoud van de ketel moeten door een er kend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en na tionale regelgeving. Locatiekeuze 5.2.1 Typeplaat Afb.8 Positie typeplaat De typeplaat van de ketel vermeldt het ketelserienummer en belangrijke ketelspecificaties, zoals de uitvoering en toestelcategorie.
5 Voor de installatie 5.2.3 Ventilatie Afb.10 Ruimte voor ventilatie (1) Afstand tussen de voorkant van de ketel en de binnenwand van de kast (2) Afstand aan beide zijden van de ketel Wordt de ketel in een gesloten kast geïnstalleerd, dan moeten de aange ≥...
5 Voor de installatie 5.3.2 Aansluiten zonneboiler Afb.12 Aansluiten zonneboiler 1 Ketel 2 Voorraadvat 3 Zonnecollector 4 Pomp 5 Doorstroombegrenzer 6 Inlaatcombinatie 7 Mengventiel 8 Stromingsschakelaar De combiketel is geschikt als naverwarmer bij zonneboilers. Voor het aan sluiten is een aansluitset (accessoire) beschikbaar. de technische documentatie bij de zonneboiler voor details van deze hydraulische aansluiting.
6 Installatie Installatie Algemeen Waarschuwing De installatie van de ketel moet door een erkend installateur wor den uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regel geving. Voorbereiding 6.2.1 Positionering van de ketel Afb.14 Ophangen ketel Toelichting Het ophangen van het montageframe (accessoire) wordt beschre ven in de bijbehorende montage-instructie.
6 Installatie Toelichting Spoel de CV-installatie door met minimaal 3 keer de systeemin houd van de CV-installatie. De sanitairleidingen doorspoelen met miminaal 20 keer de inhoud van de leidingen. 6.3.2 Aansluiten van het verwarmingscircuit Afb.15 Aansluiten aanvoer CV 1. Monteer de ingaande leiding voor CV-water op de aansluiting retour 2.
6 Installatie 6.3.5 Aansluiten van de condensatie-afvoerleiding Afb.17 Aansluiten condensatie-afvoerleiding 1. Monteer een kunststof afvoerpijp Ø 32 mm of groter, uitkomend op het riool. 2. Steek hierin de slangen van de afvoer van de sifon en veilig heidsventiel . 3. Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp. Opgelet Dicht de condensafvoer nooit af.
6 Installatie Voor meer informatie, zie Certificeringen, pagina 10 6.5.1 Classificatie Afb.19 Classificatie AD-3000789-01 Tab.11 Type rookgasaansluitingen Type Uitvoering Beschrijving Open Zonder trekonderbreker. Rookgasafvoer bovendaks. Lucht uit de opstellingsruimte. Open Zonder trekonderbreker. Gemeenschappelijke rookgasafvoer bovendaks (onderdruk). Rookgasafvoer luchtomspoeld, lucht uit de opstellingsruimte (speciale constructie). Gesloten Uitmonding in de gevel.
6 Installatie Type Uitvoering Beschrijving Gesloten Luchttoevoer- en rookgasafvoerkanaal in schacht of omkokerd: Concentrisch. Luchttoevoer uit bestaand kanaal. Rookgasafvoer bovendaks. Instroomopening voor de luchttoevoer ligt in hetzelfde drukgebied als de uitmon ding. (1) Ook drukklasse P1 (2) EN 15502-2-1: 0,5 mbar zuiging door onderdruk (3) Er kan 4 mbar onderdruk optreden (4) Zie tabel voor minimale afmetingen schacht of koker Schachtafmetingen...
6 Installatie 6.5.3 Materiaal Waarschuwing De koppel- of verbindingsmethodes verschillen per fabrikant. Het is niet toegestaan om leidingen, koppel- of verbindingsme thodes van verschillende fabrikanten te mengen. De toegepaste materialen moeten voldoen aan de geldige voor schriften en normen. Tab.13 Rookgasafvoer leidingmaterialen Uitvoering Materiaal Enkelwandig, star...
Pagina 29
6 Installatie Gesloten uitvoering (C Afb.22 Gesloten uitvoering (concentrisch) Aansluiting rookgasafvoer Aansluiting luchttoevoer Bij een gesloten uitvoering wordt zowel de rookgasafvoer- als de luchttoe voeropening (concentrisch) aangesloten. Zie tabel voor de maximale lei dinglengte van de rookgasafvoerleidingen voor de gesloten uitvoering. Tab.16 Maximale schoorsteenlengte (L) Diameter 60/100 mm...
6 Installatie Tab.20 Leidingreducties per toegepast element (concentrisch) Diameter 60/100 mm 80/125 mm Bochtstuk 45° Bochtstuk 90° 6.5.5 Aanvullende richtlijnen Voor de installatie van het rookgasafvoer- en luchttoevoermateriaal wordt verwezen naar de voorschriften van de fabrikant van het betref fende materiaal. Het niet volgens de voorschriften installeren van de rookgasafvoer- en luchttoevoermaterialen (niet lekdicht, niet correct ge...
Opgelet Bestel een vervangend netsnoer altijd bij De Dietrich. De voe dingskabel mag alleen door De Dietrich of een door De Dietrich gecertificeerde installateur vervangen worden. Opgelet De stekker van de ketel moet altijd bereikbaar zijn.
6 Installatie 6.6.3 Toegang tot de aansluitconnectoren Afb.26 Toegang tot de aansluitconnectoren 1. Draai de 2 schroeven los aan de onderzijde van het voorpaneel. 2. Verwijder het voorpaneel. 3. Steek de kabels door de tule in de onderplaat van de ketel. AD-0000650-01 6.6.4 Aansluitmogelijkheden van de standaard besturingsprint Aansluiten modulerende thermostaat...
Pagina 33
6 Installatie Instelling stooklijn Afb.30 Stooklijn F Stooklijn Als een buitensensor wordt aangesloten, dan kan de interne stooklijn wor den aangepast. De instelling kan gewijzigd worden met behulp van para meters AD-3000038-01 Aansluiten boilersensor/-thermostaat Afb.31 Aansluiten boilersensor/-thermostaat 1. Sluit de boilersensor of boilerthermostaat aan op de klemmen 3 en 4 van aansluitconnector X9.
6 Installatie Toelichting Sluit een brug of ruimtethermostaat aan op de klemmen 7 en 8 van aansluitconnector X9 voor een juiste werking van deze func tie. Verwijder voor gebruik de bestaande brug. Aansluiten 230 V tijdklok voor CV-functie Afb.34 Aansluiten tijdklok voor CV-functie 1.
6 Installatie Waarschuwing Voeg zonder overleg met De Dietrich geen chemische middelen aan het CV-water toe. Bijvoorbeeld: antivries, waterontharders, pH-verhogende of verlagende middelen, chemische toevoegmid delen en/ of inhibitoren. Deze kunnen leiden tot storingen aan de ketel en beschadiging van de warmtewisselaar.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van de ketel. Waarschuwing Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet over eenkomt met de toegestane gassoorten. Gascircuit Afb.39 Gasblok meetpunt C Waarschuwing Zorg dat de ketel spanningsloos is.
7 Inbedrijfstelling De huidige situatie wordt op de display weergegeven: Warmtevraag Warmtevraag gestopt Warm tapwatervraag Warmtevraag gestopt : Ventilator aan : Naventilatie : Ventilator aan : Naventilatie : Ontstekingspoging van de : Branderstop : Ontstekingspoging van de brander : Branderstop brander : Pompnadraaitijd : Pompnadraaitijd...
7 Inbedrijfstelling 7.6.2 Controle en instelling van de verbranding Afb.41 Rookgasmeetpunt 1. Schroef de dop van het rookgasmeetpunt los. 2. Steek de meetsensor van de rookgasanalysator in de meetopening. Waarschuwing Dicht de opening rond de meetsensor tijdens de meting goed af. 3.
Pagina 39
7 Inbedrijfstelling Waarschuwing Informatie bestemd voor de installateur in België: Het is uitdrukke lijk verboden werkzaamheden aan het gasblok uit te voeren. Het is alleen toegestaan de apparatuur en de instellingen te controle ren. De hierna beschreven handelingen moeten door een monteur van HeaTeam worden uitgevoerd.
7 Inbedrijfstelling 5. Stel met behulp van afstelschroef B het percentage O van de toe gepaste gassoort in op de nominale waarde. Maar in ieder geval binnen de hoogste en laagste instelgrens. Toelichting Als het percentage O te hoog is, draai de schroef B dan met de klok mee voor een lager percentage.
8 Werking Werking Gebruik van het bedieningspaneel Afb.44 Bedieningspaneel 1 Display 2 Resettoets 3 Toets 4 Toets 5 [Enter] of toets De display heeft twee posities en geeft informatie over de bedrijfssituatie van de ketel en eventuele storingen. Er kunnen cijfers, punten en/of letters verschijnen.
Pagina 42
8 Werking Bij een watertemperatuur lager dan 7°C start de circulatiepomp. Bij een watertemperatuur lager dan 4°C start de ketel. Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C slaat de ketel af draait de cir culatiepomp na (15 minuten). Om bevriezing van de installatie en radiatoren in vorstgevoelige ruimten (bijvoorbeeld een garage) te voorkomen, kan er op de ketel een vorstther...
9 Instellingen Instellingen Beschrijving van de parameters Tab.31 Fabrieksinstelling Parameter Beschrijving Instelbereik 24/28 MI Plus Aanvoertemperatuur: T 20 tot 85 ºC Temperatuur SWW: T 40 tot 65 ºC Ketelregeling / SWW 0 = CV uit / SWW uit 1 = CV aan / SWW aan 2 = CV aan / SWW uit 3 = CV uit / SWW aan ECO-stand...
9 Instellingen Parameter Beschrijving Instelbereik 24/28 MI Plus Fabrieksinstelling Stel de waarden dF en dU van het ty peplaatje in bij parameter bij vervanging van de automaat of om de fabrieksinstellingen te herstellen (1) Na de inschakeling werkt de ketel één keer per week op 65 ºC voor het SWW Tab.32 Aanpassing aan gassoort G20 (H-gas) Parameter Beschrijving...
9 Instellingen 9.2.2 Wijzigen van parameters op installateursniveau Afb.46 Parameters op installateursniveau Parameters op installateursniveau (zie parametertabel) mogen uitsluitend wijzigen door een erkend installateur gewijzigd worden. Om ongewenste instellin gen te voorkomen, zijn sommige parameters alleen te wijzigen na invoe ring van de speciale toegangscode 1.
9 Instellingen 9.2.5 Uitschakelen van de centrale verwarming Afb.49 Centrale verwarming uitschakelen 1. Druk op de toets De code verschijnt. 2. Druk 2 maal op de toets De code verschijnt. 3. Druk op de toets De instelling van verwarming en sanitair warm water verschijnt. 4.
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen De ketel is onderhoudsarm. Desondanks dient de ketel periodiek geïn specteerd en onderhouden te worden. Om het beste moment van service te bepalen, is de ketel uitgerust met een automatische servicemelding. Het moment dat deze servicemelding verschijnt, wordt door de besturingsauto maat berekend.
10 Onderhoud 10.2.1 Ketel openen Afb.52 Ketel openen 1. Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact. 2. Sluit de gaskraan van de ketel. 3. Draai de 2 schroeven aan de onderzijde van de frontmantel los. 4. Verwijder de frontmantel. Gas/Gaz AD-0000642-01 10.2.2 Controleren van de thermische beveiliging...
10 Onderhoud Voor meer informatie, zie Vervanging van de ionisatie-/ontstekingselektrode, pagina 50 10.2.6 Controle van de tapcapaciteit 1. Controleer de tapcapaciteit. 2. Is de tapcapaciteit merkbaar minder (temperatuur is onvoldoende en/of het debiet is minder dan 6,2 l/min), reinig dan de platenwarm tewisselaar (ww-zijdig) en de flowsensor.
10 Onderhoud 10.2.1 Reiniging van de sifon Afb.56 Reinigen van de sifon 1. Demonteer de sifon. 2. Reinig de sifon. 3. Vul de sifon met water tot aan de markeringsstreep. 4. Monteer de sifon. Gevaar De sifon moet altijd voldoende met water gevuld zijn. Dit voorkomt dat er rookgassen in het vertrek komen.
Pagina 51
10 Onderhoud Afb.57 Vervanging van de ionisatie-/ontste 1. Demonteer de kabelschoen van de elektrode en de aardingskabel kingselektrode Toelichting De ontstekingskabel is aan de elektrode bevestigd en mag dus niet verwijderd worden. 2. Draai de 2 schroeven los. Verwijder het geheel. 3.
10 Onderhoud 10.3.2 Demontage van de warmtewisselaarvoorplaat/Vervanging van de voorplaat-isolatieschijf Afb.58 Demontage warmtewiselaarvoorplaat 1. Haal de luchtinlaatpijp van de venturi en voorplaat-isolatieschijf 2. Demonteer de kabelschoen van de ionisatie-/ontstelingselektrode en de aardingskabel. Toelichting De ontstekingskabel is aan de elektrode bevestigd en mag dus niet verwijderd worden.
10 Onderhoud 10.3.3 Schoonmaken van de brander Afb.59 Schoonmaken van de brander 1. Maak de brander schoon met een zachte borstel. 2. Inspecteer de brander op eventuele beschadigingen of scheurtjes aan het oppervlak te detecteren. Vervang in geval van beschadigin gen de brander.
10 Onderhoud 10.3.5 Reiniging van de platenwarmtewisselaar Afb.61 Reinigen van de platenwarmtewisse Afhankelijk van de koudwaterkwaliteit en de bedrijfswijze, kan er zich in de laar platenwarmtewisselaar kalk afzetten. Normaal gesproken volstaat een pe riodieke inspectie en eventuele reiniging. Factoren die dit interval kunnen beïnvloeden zijn: Hardheid van het water Gas/Gaz Samenstelling van de kalk...
Toelichting De storingscode is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de aard van de storing en bij eventuele ondersteuning door De Dietrich. Voor meer informatie over de storingscode de Sales Service AD-0000593-01 handleiding.
Pagina 56
11 Bij storing Tab.35 Storingscodes Storingscode Omschrijving Storing aanvoer- of retoursensor: Kortsluiting: Controleer de bedrading Breng de beschermdoppen terug op hun plaats Wanneer een defecte sensor gedetecteerd is, kan de weerstand bij verschillende temperaturen gecontro leerd worden met behulp van een multimeter met een juist meetbereik Sensor defect: controleer de goede werking van de sensors.
Pagina 57
11 Bij storing Storingscode Omschrijving Fout in ionisatie: Afstelling O is niet juist: Controleer het O -gehalte op het gasblok Controleer de ionisatie-/ontstekingselektrode Controleer de concentrische pijpen van de rookgasafvoer en luchttoevoer Controleer de gascirculatie op vollast Ongewenste vlamvorming: Ontstekingstrafo defect Automaat defect Geen water in de ketel of pomp draait niet: De waterdruk en/of het waterpeil zijn te laag:...
11 Bij storing Storingscode Omschrijving Sensor niet of slecht aangesloten: Controleer aansluiting sensoren Controleer de bedrading Bedradingsfout: Controleer aansluiting sensoren Controleer de bedrading Automaat defect: vervang de besturingsautomaat Smeltbeveiliging van de warmtewisselaar is aangesproken: De waterdruk en/of het waterpeil zijn te laag: Controleer de waterdruk van de CV-installatie Controleer op eventuele waterlekkages Controleer stekker en bekabeling van de smeltbeveiliging van de warmtewisselaar, en meet door...
11 Bij storing 11.2.1 Uitlezen storingsgeheugen Afb.63 Uitlezen storingsgeheugen 1. Druk op de toets . Houd deze ingedrukt en druk gelijkertijd op de R toets totdat in de display verschijnt. 2. Voer de speciale toegangscode in met de toetsen. 3. Druk op de toets Afwisselend verschijnt en bijvoorbeeld (laatst opgetreden...
12 Verwijdering 12 Verwijdering 12.1 Verwijdering/recycling Toelichting Het verwijderen en afvoeren van de ketel moeten door een ge kwalificeerd persoon worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Ga als volgt te werk om de ketel te verwijderen: 1. Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact. 2.
13 Reserveonderdelen 13 Reserveonderdelen 13.1 Algemeen Vervang defecte of versleten ketelonderdelen uitsluitend door originele on derdelen of aanbevolen onderdelen. Toelichting Bij bestelling van een onderdeel, moet u het artikelnummer opge ven dat in de lijst staat naast het positienummer van het gewenste onderdeel.
: op de markt gebracht door : De Dietrich Termique distributor / Commercialisé (s) par : 57, rue de la Care, F-67580 voldoet/voldoen aan de bepalingen van de onderstaande EG-richtlijnen, Verordeningen: is/are in conformity with the following EC-directives, Regulations: répond/répondent aux directives CE/Règlement UE suivantes:...