Afb.37
Vullen
AD-0001358-01
Afb.38
Klaar met vullen
AD-0001352-01
6.2.3
Gascircuit
Afb.39
Gasblok meetpunten
A
C
7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Inbedrijfstellingsprocedure
7717606 - v.03 - 21072021
4. Stel de automatische (bij)vulinrichting in op FILL en vul de CV-
installatie.
Tijdens het vullen kan er lucht uit de CV-installatie ontsnappen via
de automatische ontluchter.
5. Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op het display van
het bedieningspaneel staat aangegeven.
6. Stel de automatische (bij)vulinrichting in op OFF als de vereiste
waterdruk is bereikt.
7. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
8. Maak de ketel spanningsloos.
B
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt C op het gasblok los
te schroeven.
4. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt C van het gasblok. De
gasdruk moet voldoen aan de vermelde druk op de typeplaat.
AD-3000975-01
5. Schroef het meetpunt weer dicht.
6. Controleer alle aansluitingen op gasdichtheid. De testdruk mag
maximaal 60 mbar zijn.
Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van
de ketel.
Waarschuwing
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
Waarschuwing
Voor toegestane gasdrukken, zie Toestelcategorieën, pagina 64.
Waarschuwing
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet
overeenkomt met de toegestane gassoorten.
Waarschuwing
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een
erkend installateur.
Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet de ketel
aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt.
Zie
Ventilatortoerentalparameters voor verschillende gassoorten,
pagina 34
Belangrijk
Wanneer de ketel voor het eerst wordt gestookt, kan de ketel
gedurende korte tijd enige geur afgeven.
7 Inbedrijfstelling
EMC-S
31