4
Lijst van controles voorafgaand aan het starten
Lijst van controles voorafgaand aan het starten
WAARSCHUWING
Beschadigingen of andere gebreken van de machine
of een voorzetapparaat (speciale uitrusting) kunnen
tot ongevallen leiden.
Indien tijdens de volgende controles beschadigingen
of andere gebreken van de machine of een voorzet-
apparaat (speciale uitrusting) worden vastgesteld,
mag de machine niet worden gebruikt tot de gebre-
ken afdoende zijn verholpen. Veiligheidssystemen en
-schakelaars mogen niet worden verwijderd of ge-
deactiveerd. Verander geen vooraf ingestelde waar-
den.
WAARSCHUWING
Valgevaar!
Bij werkzaamheden aan hogere delen van de machi-
ne mogen er geen machinecomponenten als opsta-
phulp of stavlak worden gebruikt.
– Gebruik geschikte uitrusting om toegang te krij-
gen.
Controleer voordat u aan het werk gaat of de
machine goed functioneert.
Voer hiertoe de volgende controles uit:
– De vorken en andere lastdragers mogen
geen tekenen van beschadiging vertonen
(bijv. verbogen, gescheurd, ernstig versle-
ten).
– Controleer of er geen tekenen van het lek-
ken van vloeistoffen onder de machine zijn.
– Belemmer het zicht niet. Controleer of het
door de fabrikant gespecificeerde gezichts-
veld vrij is.
– Aanbouwdelen (speciale uitrusting) moeten
goed zijn gemonteerd en moeten volgens
36
de bijbehorende bedieningsinstructies wer-
ken.
– Beschadigde of ontbrekende stickers moe-
ten worden vervangen conform de tabel
met posities van markeringen.
– Het beschermrooster moet intact en stevig
bevestigd zijn.
– De geleiderails voor de rollen moeten wor-
den ingesmeerd met een zichtbare laag vet.
– De wielen mogen geen tekenen van defec-
ten of overmatige slijtage vertonen. Zij moe-
ten correct gemonteerd zijn.
– Controleer of er geen ongewenst materiaal
aanwezig is dat de werking van de wielen
en rollen zou kunnen belemmeren.
– De waarschuwingsinrichtingen (claxon,
enz.) moeten werken.
– Het batterijdeksel moet gesloten zijn.
– Controleer of de afdekkingen goed zijn aan-
gebracht.
– De kettingen moeten in perfecte staat ver-
keren en moeten voldoende en gelijkmatig
gespannen zijn.
– De bestuurder moet gekwalificeerd zijn voor
het rijden met de machine. De bestuurder
moet goed bij de bedieningselementen kun-
nen en deze kunnen bedienen (dit geldt in
het bijzonder voor de veiligheids-omkeer-
schakelaar). Houd de bedieningselementen
altijd onbelemmerd toegankelijk.
Meld eventuele mankementen aan de leiding-
gevende.
11648011659 NL - 02/2021 - 10
Gebruik