UITGAVE 06/2011
GEBRUIKSAANWIJZING
6.6
SPOELFUNCTIE
Het besturingsapparaat EPG-Sprint is met twee verschillende spoelfuncties uitgerust:
slangspoelfunctie
●
reinigingsspoelfunctie
●
6.6.1
SLANGSPOELFUNCTIE
Bij deze functie worden tijdens het uitschakelen van het poedertransport (loslaten van de
trekker van het handpistool) de poedertransportslang en het pistool met de doseerlucht
doorgeblazen.
Deze functie is in de fabriek op de parameterwaarde "OFF" ingesteld. Een wijziging van de
waarden kan in de parameterinstellingen van de parameters C22 en C23 worden verricht
(zie hoofdstuk Apparaatconfi guratie in de gebruiksaanwijzing van het besturingsapparaat
EPG-Sprint).
6.6.2
REINIGINGSSPOELFUNCTIE
Deze functie wordt aan het einde van een dienst of bij het wisselen van de verf toegepast.
Daarbij worden alle onderdelen die poeder transporteren doorgespoeld. Het spoelen
gebeurt met impulsen.
De reinigingsspoelfunctie staat alleen met een ingeschakeld besturingsapparaat in de
gebruiksmodus ter beschikking, in de stand-bymodus of in de confi guratiemodus is deze
functie niet actief.
BESTELNUMMER DOC 2310768
Prima
Sprint.
54