VERWARMEN
Panklare gerechten in aluminium dienen uit de
aluminium verpakking te worden genomen en op
een bord of in een schaal te worden verwarmd.
Bij gesloten schalen de deksels verwijderen.
Gerechten met magnetronfolie, bord of afdekkap
(in de handel verkrijgbaar) bedekken, zodat het
oppervlak niet uitdroogt. Dranken behoeven niet
te worden afgedekt.
Bij het koken van vloeistoffen zoals water, koffie,
thee of melk een glazen staafje in de beker/kan
plaatsen.
Grotere hoeveelheden, indien mogelijk af en toe
roeren, zodat de temperatuur zich gelijkmatig
verspreid.
ONTDOOIEN
De magnetron is ideaal voor het ontdooien van
voedsel. De dooitijden zijn korter dan bij het
ontdooien optraditionele wijze. Hierna volgen
enkele tips. Neem het vriesgoed uit de verpakking
en leg het voor hetontdooien op een bord.
VERPAKKINGEN EN RESERVOIRS
Zeer geschikt voor het ontdooien en verwarmen van
gerechten zijn verpakkingen en reservoirs die
geschikt zijn voor de magnetron en zich zowel
lenen voor de diepvries (tot ca. min -40˚ C) alsook
hittebestendig zijn (tot ca. 220˚ C). Zo kunt u in
hetzelfde serviesgoed ontdooien, verwarmen en
zelfs koken, zonder de gerechten tussendoor te
moeten overgieten.
BEDEKKEN
Dunnere gedeelten voor het ontdooien met kleine
aluminium stroken bedekken.
Ontdooide of warme gedeelten
tijdens het ontdooien eveneens
met aluminium stroken bedekken.
Hierdoor voorkomt u dat dunnere
gedeelten vlug te heet worden, terwijl dikkere delen
nog bevroren zijn.
HET MAGNETRONVERMOGEN
eerder te laag dan te hoog instellen. Zo bereikt u
een
gelijkmatig
magnetronvermogen te hoog ingesteld is, wordt het
oppervlak van het voedsel reeds gaar, terwijl het
binnenste gedeelte nog bevroren is.
dooiresultaat.
Als
De tijden zijn vermeld voor het voedsel op een
kamertemperatuur van 20˚C. Bij voedsel op
koelkasttemperatuur wordt de verwarmingstijd in
geringe mate verhoogd.
Laat u de gerechten na het verwarmen één tot
twee minuten staan, zodat de temperatuur zich
gelijkmatig binnen het gerecht kan verspreiden
(standtijd).
De vermelde tijden zijn richtlijnen, die
naargelang de uitgangstemperatuur, het
gewicht, het watergehalte, vetgehalte en de
gewenste eindtoestand etc. kunnen variëren.
OMDRAAIEN/ROEREN
scheiden en anders rangschikken.
KLEINERE HOEVEELHEDEN
ontdooien gelijkmatiger en sneller dan grote. Wij
adviseren daarom zo klein mogelijke porties in te
vriezen. Zo kunt u snel en gemakkelijk hele menu's
samenstellen.
GEVOELIGE GERECHTEN,
zoals taart, slagroom, kaas en brood, niet geheel
ontdooien, maar slechts voordooien en op
kamertemperatuur verder laten ontdooien. Daardoor
voorkomt u dat de buitenste gedeelten reeds te heet
worden, terwijl de binnenste nog bevroren zijn.
DE STANDTIJD
na het ontdooien van voedsel is zeer belangrijk, omdat
de dooiprocedure gedurende deze tijd wordt voortgezet.
In de dooitabel vindt u de standtijd voor verschillende
gerechten. Dikke, compacte gerechten hebben een
langere standtijd nodig dan vlakke of gerechten met een
poreuze structuur. Als het voedsel niet voldoende
ontdooid is, kunt u het verder ontdooien in de magnetron
het
of de standtijd dienovereenkomstig verlengen. Gerechten
na de standtijd bij voorkeur onmiddellijk verder
verwerken en niet opnieuw invriezen.
142
Vrijwel alle gerechten moeten af
en
toe
een
keer
omgedraaid of geroerd. Delen,
die aan elkaar vastzitten, zo
spoedig mogelijk van elkaar
worden