Advertenties
Be e d d i i e e n n i i n n g g s s in n s s tr r u u c c ti i e e s s
15 5 2 2
Pa a r r k k er r e e n n
P P arkeren
1 Plaats de machine zo mogelijk op een egale ondergrond.
Blokkeer anders de wielen om te voorkomen dat de machine
gaat rollen. Laat het aanbouwdeel op de grond neer.
2 Controleer of alle schakelaars en bedieningselementen in de
'Uit'-stand of de neutrale stand staan.
3 Zet de parkeerrem aan, wanneer de machine volledig tot
stilstand is gekomen.
4 Verwijder de sleutels.
5 Verbreek de stroom met de accu-onderbreker, zie bladzijde
236
.
O O P P M M ER R K K IN N G! !
Als u de stroom niet kunt verbreken met de
hoofdstroomschakelaar, is de accuspanning mogelijk te laag.
Verleen starthulp om ervoor te zorgen dat het relais voldoende
stroom krijgt.
6 Controleer bij het parkeren van de machine in temperaturen
lager dan 0 °C of er voldoende antivries in het koelsysteem zit
272
(
) en of er voldoende sproeiervloeistof aanwezig is.
7 Het is raadzaam de AdBlue®/DEF-tank volledig te vullen.
8 Sluit alle luiken, de ruiten en de deur af.
U kunt het risico van diefstal en inbraak tot een minimum
beperken door:
- de contactsleutel te verwijderen, wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat;
- deuren en luiken na werktijd af te sluiten;
- de stroom te verbreken met de hoofdstroomschakelaar;
- de machine niet te parkeren op plaatsen met een verhoogd
risico van op diefstal, inbraak of vandalisme;
- waardevolle spullen in de cabine, zoals een mobiele telefoon,
een computer, een radio of tassen mee te nemen;
Gestolen machines zijn gemakkelijker te identificeren, als u het
PIN of het kenteken in het ruitglas laat graveren.
L L a a n n g g d d u u r r i i g g e e s s ta a l l l l i i n n g g ( ( l l a a n n g g e e r r d d a a n n t t w w e e e e m m a a a a n n d d e e n n
pa a r r k k er r e e n n ) )
LE E T O O P P
W W a a n n n n ee e r r de machi i ne e ni i e e t t da a g g e e lijk k s wordt ge e b b ruikt, , moe e t t e e n n al l l l e
cil l i i n n d d e e rs wor r de e n n besche e rmd te e g g e e n n corros s ie.
De temperatuur mag niet lager zijn dan –40 °C en niet hoger
dan +70 °C.
Controleer of de accu's volledig zijn geladen.
Neem de bovenstaande maatregelen voor parkeren en stallen.
Was de machine en werk eventueel beschadigde lak bij om
roest tegen te gaan.
Voorzie blootgestelde onderdelen van corrosiewerende
middelen, smeer de machine grondig door en vet ongelakte
oppervlakken (hef- en kiepcilinders et cetera) in.
www.duma-rent.com
Advertenties
