Ma a a a t t r r e e g g e e l l e e n n voo o r r be e d d i i e e n n i i n n g g
M M aatregelen voor bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongelukken.
Een geactiveerde stuurjoystick kan bij bediening op de openbare
weg ongelukken veroorzaken.
Maa a k bi i j j be e dieni i ng g op de e ope e nbar r e we e g geen n ge e b b r r ui i k van n de
stu u u u rjo o y y sti i c c k. Ge e bruik he e t t stu u urwiel l . .
1 Voer dagelijks onderhoud uit, zie bladzijde
2 Verwijder eventuele sneeuw van het platform aan de
rechterzijde bij de luchtinlaat voor de motor.
3 Controleer of de radiateurbehuizing en de motor- en
toegangsluiken zijn gesloten en vergrendeld.
4 Controleer of zich niemand in de buurt van de machine
112
bevindt, zie bladzijde
5 Maak de gordel vast.
6 Controleer of er voldoende brandstof in de tank zit.
7 Breng bij een koude machine de hydrauliek op temperatuur,
126
zie bladzijde
.
A A an n d d achts s pu u n n t t e e n n na a bed d iening g
Vul de brandstoftank om de vorming van condens tegen te
gaan.
Controleer bij temperaturen lager dan 0 °C (+32 °F) of er
voldoende antivries in het koelsysteem zit (zie bladzijde
en of er voldoende sproeiervloeistof aanwezig is.
www.duma-rent.com
B B e e d d i i e e n n i i n n g g s s in n s s tr r u u c c ti i e e s s
235
.
.
12 2 1 1
272
)