Sp p e e c c if f i i c c at t i i e e s s
27 7 8 8
Bra a n n d d s s to o f f s s yste e e e m m
- Gebruik zoveel mogelijk van de inhoud van de brandstoftank
op om bacteriegroei tegen te gaan bij een machine die vaak
wordt gebruikt, wat wil zeggen dat de machine binnen een
week de inhoud verbruikt van één brandstoftank. Houd de
brandstoftank altijd vol in klimaten waar condensvorming een
risico is of wanneer de machine slechts korte perioden wordt
ingezet.
- Gebruik geen biodiesel in machines met een lage
benuttingsgraad of een gering aantal draai-uren.
- Stal machines niet langer dan 4 weken achtereen zonder eerst
alle biodieselresten uit het brandstofsysteem te verwijderen
door de machine één volle tank met gedestilleerde dieselolie
te laten opmaken.
- Volg voor elke voorraad aan biodiesel altijd de adviezen voor
opslag op en neem de gespecificeerde 'houdbaarheidsdatum'
in acht.
E E f f f f e e c c te e n n van n he e t t g g e e b b r r u u i i k k van n bi i o o d d i i e e s s el l ( ( F F A A M M E E ) ) op p
ui i t t l l a a a a t t g g a a s s na a b b e e h h a a n n d d e e l l i i n n g g s s syste e m m e e n n
Biodiesel zorgt voor een hogere asverzadiging van roetfilters
(DPF), zodat mogelijk vaker regeneratie en reiniging van het DPF
vereist is. Biodiesel kan afwijkingen veroorzaken in de
temperatuur en werking van de DPF-brander en aanleiding geven
tot storingcodes of storingen.
De geproduceerde uitlaatgassen bij gebruik van biodiesel tasten
bepaalde materialen aan die gebruikt worden voor SCR-
systemen (Selective Catalytic Reduction), zodat SCR-
componenten mogelijk vaker moeten worden gereinigd,
gerepareerd of vervangen.
Ef f f f e e c c te e n n van n he e t t g g e e b b r r u u i i k k van n bi i o o d d i i e e s s el l ( ( F F A A M M E E ) ) op p
be e d d i i e e n n i i n n g g in n kou u d d w w e e e e r r
Biodiesel heeft een hoge viscositeit bij temperaturen onder 0 ˚C
(32 ˚F) en kan aanleiding geven tot startproblemen. Gebruik een
brandstofverwarming of parkeer machines indien mogelijk in een
verwarmde ruimte.
Ef f f f e e c c te e n n van n he e t t ge e b b r r u u i i k k v v an n b b i i o o d d i i e e s s el l (F F A A M M E E ) ) op p d d e e
mo o t t o o r r p p r r e e s s ta a t t i i e e s s
Biodiesel B100 heeft een ca. 8% lagere energiedichtheid dan
conventionele dieselbrandstof. Mengsels gelijk aan of lager dan
B20 hebben een geringe invloed op de motorprestaties.
Ef f f f e e c c te e n n v v an n h h e e t t ge e b b r r u u i i k k van n bi i o o d d i i e e s s el l (F F A A M M E E ) ) o o p p d d e e
na a l l e e v v in n g g van n de e em m i i s s sie e w w e e t t g g e e v v in n g g
Motoren zijn gecertificeerd om te voldoen aan U.S. EPA,
California en EU-emissienormen op basis van de toepassing van
testbrandstoffen met specificaties vastgesteld door genoemde
regulerende instanties. Alternatieve brandstoffen, inclusief
biodiesel, die niet substantieel vergelijkbaar zijn met de
gespecificeerde testbrandstoffen kunnen het emissieniveau van
de motor negatief beïnvloeden. Volvo garandeert daarom niet dat
de motor voldoet aan de geldende federale of voor Californië c.q.
de EU geldende emissielimieten als de motor werkt (of eerder
heeft gewerkt) op biodiesel of andere alternatieve brandstoffen
die niet substantieel vergelijkbaar zijn met de gespecificeerde
testbrandstoffen die voor certificering werden gebruikt, en ook
niet indien biodiesel/conventionele diesel wordt gebruikt in
mengsels die niet voldoen aan de aanbevolen waarden.
Het gebruik van biodiesel tot een maximum van 20% (B20) op
zich zal geen invloed hebben op de mechanische garantie van de
fabrikant op het gebied van motor of emissiesysteem, op
voorwaarde dat de in het mengsel gebruikte biobrandstof voldoet
www.duma-rent.com