Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Casio CTK-691 Gebruiksaanwijzing pagina 90

Inhoudsopgave

Advertenties

CTK691D01‑01.book 88 ページ 2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Oplossen van moeilijkheden
Probleem
Automatische begeleiding klinkt
niet.
Geen verandering in het volume bij
verandering in druk op de
klaviertoetsen.
Bij spelen van het keyboard
klinken twee tonen.
Verschillende tonen klinken bij
indrukken van klaviertoetsen in
andere bereiken.
De sleutel of de stemming komt
niet overeen bij spelen met een
ander MIDI toestel.
Delen vallen plotseling weg tijdens
weergave van het
melodiegeheugen.
Sommige delen worden in het
geheel niet weergegeven tijdens
weergave van het
melodiegeheugen.
Er gebeurt niets bij indrukken van
de LAYER of SPLIT toets.
Er wordt geen geluid
geproduceerd tijdens weergave
van MIDI data via een computer.
D-88
Mogelijke oorzaak
1. Volume van automatische begeleiding
staat op 000.
2. De kanalen 6-10 voor de onderdelen
van de automatische begeleiding zijn
uitgeschakeld.
3. De instelling van het volume of de
expressie van de kanalen 6-10 voor de
onderdelen van de automatische
begeleiding is te laag.
De aanslagvolumefunctie is uitgeschakeld. Druk op de TRANSPOSE/
De lagenfunctie is ingeschakeld.
De splitsfunctie is ingeschakeld.
1. De stem- of transponeerparameter
staat ingesteld op een andere waarde
dan 00.
2. Instellingen voor ruwweg en
fijnstemmen van de mixer en/of
octaafverschuiving zijn waarden
anders dan 00.
Het aantal melodieën dat tegelijkertijd
wordt weergegeven overschrijdt de
beperkingen van het keyboard.
1. Kanalen zijn uitgeschakeld.
2. De instelling van het volume is te laag.
1. Eén of meer van de melodiekanalen (2
– 4) is uitgeschakeld.
2. De instelling van het volume van één
of meer van de melodiekanalen (2 – 4)
is te laag.
3. De opnamestandbyfunctie is
ingeschakeld
4. De SMF spelerfunctie is op het
moment in gebruik.
1. De MIDI kabels zijn niet juist
aangesloten.
2. Het kanaal is uitgeschakeld of het
volume staat te laag ingesteld.
Handeling
1. Verhoog met de ACCOMP
VOLUME toets het volume.
2. Schakel de kanalen m.b.v. de
mixer weer in.
3. Verhoog de instelling van het
volume van het van toepassing
zijnde kanaal m.b.v. de mixer.
FUNCTION toets om deze in te
schakelen.
Druk op de LAYER toets om de
lagenfunctie uit te schakelen.
Druk op de SPLIT toets om de
splitsfunctie uit te schakelen.
1. Verander de waarde van de
stem- of transponeerparameter
naar 00.
2. Zet de instellingen voor
ruwweg en fijnstemmen en/of
octaafverschuiving in op 00.
Schakel onnodige kanalen uit en
verminder het aantal delen dat
wordt weergegeven m.b.v. de mixer.
1. Schakel de kanalen in m.b.v. de
mixer.
2. Stel spoor 1 in m.b.v. de
spoorkeuzetoetsen.
1. Schakel de kanalen 2 – 4 in
m.b.v. de mixer.
2. Verhoog het volume van de
kanalen 2 t/n 4 m.b.v. de mixer.
3. De LAYER en SPLIT toetsen
kunnen niet worden gebruikt
tijdens opnemen en
opnamestandby.
4. Schakel de SMF spelerfunctie
uit. LAYER (lagen) en SPLIT
(splitsing) zijn niet beschikbaar
terwijl de SMF spelerfunctie in
gebruik is.
1. Sluit de MIDI kabels op de
juiste wijze aan.
2. Schakel het kanaal in of
verhoog het volume m.b.v. de
mixer.
Zie pagina
D-40
D-42
D-43
D-73
D-70
D-71
D-73, 74
D-44
D-42
D-42
D-43
D-42
D-43
D-70, 71
D-80
D-84
D-42, 43
705A-D-090A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave