CTK691D01‑01.book 56 ページ 2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Melodiegeheugenfunctie
Melodiegeheugenfunctie
1
MODE
4
DRAWBAR ORGAN
7
VARIATION/FILL-IN 1/2
bk
TEMPO
bn
[ + ]/[–], YES/NO (ja/nee)
Dit keyboard staat u toe om vijf verschillende melodieën op
te nemen in het melodiegeheugen voor latere weergave. Er
zijn twee methoden die u kunt gebruiken voor het opnemen
van een melodie: real-time opnemen waarbij u de noten
opneemt zoals u ze op het toetsenbord aanslaat en
stapopname waarbij u akkoorden en noten stuk voor stuk
invoert.
Layer en splitsing kunnen niet worden gebruikt tijdens
standby voor opname of tijdens het opnemen met de
melodiegeheugenfunctie. Daarnaast worden layer en
splitsing automatisch uitgeschakeld wanneer de
opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld of de opname
wordt gestart.
Sporen
Het melodiegeheugen van het keyboard neemt op en speelt af
op ongeveer dezelfde wijze als een gewone bandrecorder. Er
zijn in het totaal zes sporen die elk onafhankelijk kunnen
worden opgenomen. Naast noten heeft elk spoor ook een
eigen toonnummer. Dan wanneer u de sporen tegelijkertijd
afspeelt, klinkt het alsof een volledige band met zes leden aan
het spelen is. Tijdens het spelen kunt u het tempo bijstellen
om de snelheid van de weergave te veranderen.
D-56
2
SONG MEMORY
5
[
]/[
]/[
]/[
] CURSOR
8
SYNCHRO/FILL-IN NEXT
bl
SONG MEMORY TRACK
Bij dit keyboard is spoor 1 het basisspoor dat gebruikt kan
worden om spelen op het toetsenbord op te nemen samen
met de automatische begeleiding. De sporen 2 – 6 kunnen
worden gebruikt voor toetsenbordspel zodat ze
melodiesporen worden genoemd. De sporen 2 – 6 worden
gebruikt om andere delen toe te voegen aan wat er
opgenomen wordt bij spoor 1.
Merk op dat elk spoor onafhankelijk is van de andere. Dit
betekent dat zelfs als u een vergissing maakt bij het
opnemen, u alleen dat spoor opnieuw hoeft op te nemen
waar de vergissing werd begaan.
U kunt verschillende mixerinstellingen gebruiken voor elk
spoor (pagina D-41).
3
TONE
6
INTRO/ENDING 1/2
9
START/STOP
bm
Cijfertoetsen
705A-D-058A