CTK691D01‑01.book 59 ページ 2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Spoor 1 real-time opnamevariaties
Hieronder wordt een aantal variaties beschreven die u kunt
gebruiken bij opnemen naar Spoor 1 m.b.v. real-time opname.
Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure "Opnemen
m.b.v. real-time opname" op pagina D-57.
Beginnen met opnemen met synchrostart
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets. De automatische-begeleiding en de opname zullen
beide starten wanneer u een akkoord speelt op het
begeleidingstoetsenbord.
Opnemen m.b.v. intro, eindigen en fill-in
Tijdens het opnemen kunnen de INTRO/ENDING 1/2,
SYNCHRO/FILL-IN NEXT en VARIATION/FILL-IN 1/2
toetsen (pagina D-37 en D-38) alle gebruikt worden zoals
gewoonlijk.
Om automatische begeleiding tegelijkertijd
(synchro) te laten beginnen met een intropatroon
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets en vervolgens op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/
ENDING 2 toets. De automatische begeleiding start samen
met het introductiepatroon wanneer u een akkoord speelt op
het begeleidingstoetsenbord.
Om automatische weergave te beginnen
halverwege een opname
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets en speel dan iets op het melodietoetsenbord om het
opnemen te starten zonder automatische begeleiding. Speel
een akkoord op het begeleidingstoetsenbord wanneer u het
punt bereikt waarop u de begeleiding wilt laten starten om op
die manier de automatische begeleiding te starten.
705A-D-061A
Melodiegeheugenfunctie
Weergeven van het
melodiegeheugen
Nadat u sporen opgenomen heeft bij het geheugen kunt u ze
weergegeven om te horen hoe ze klinken.
Van het melodiegeheugen weergeven
1.
Gebruik de SONG MEMORY toets om de
weergavestandbyfunctie in te schakelen en
gebruik dan de cijfertoetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
1
Melodienummer
2
Weergavestandby
Het bovenstaande melodienummerscherm blijft
gedurende ongeveer vijf sekonden in de display.
Als het scherm verdwijnt voordat u de kans had
om een melodienummer te selecteren, gebruik
dan de [
] CURSOR toets om het scherm
opnieuw te verkrijgen.
2.
Druk op de START/STOP toets om de melodie
weer te geven die u ingesteld heeft.
U kunt de TEMPO toetsen gebruiken om het
weergavetempo bij te regelen.
Druk nogmaals op de START/STOP toets om de
weergave te stoppen.
U kunt meespelen op het toetsenbord en lagen (pagina D-70)
en spltsing (pagina D-71) gebruiken tijdens de weergave.
Als de START/STOP toets wordt ingedrukt om weergave
te starten van het melodiegeheugen, dan begint de
weergave altijd vanaf het begin van de melodie.
Het gehele toetsenbord fungeert als een
melodietoetsenbord, ongeacht de instelling van de
begeleidingsfunctie.
Uitschakelen van een bepaald spoor
Druk op de SONG MEMORY TRACK toetsen van het spoor
dat u wilt uitschakelen of gebruik de mixer (pagina D-41) om
het kanaal van het spoor uit te schakelen.
D-59