CTK691D01‑01.book 25 ページ 2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Het bewerken van synthesizerfunctie
parameters en DSP parameters van de
trekstaaftonen
Precies zoals bij standaard (niet-trekstaaf) tonen, kunt u de
synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de
trekstaaforgel tonen bewerken Zie "Trekstaaforgel
bedieningsvolgorde" op pagina D-23.
1.
Gebruik de [
] en [
de "More?" (meer?) display te verkrijgen en
druk vervolgens op de [
Hierdoor wordt de synthesizerfunctie
ingeschakeld, hetgeen wordt aangegeven door
de aanwijzer naast SYNTH in het displayscherm.
Voer voor de rest van deze procedure de stappen
uit te beginnen met stap 3 onder "Creëren van
een gebruikerstoon" op pagina D-49.
Parameter details
Het volgende geeft details over de parameters die u kunt
configureren m.b.v. het trekstaaforgel toon
bewerkingsscherm.
Trekstaaf positie
Deze parameter definiëert de positie van elke trekstaaf en het
volume van elke overtoon. Hoe groter de waarde, des te
groter het volume van de corresponderende overtoon.
Parameterdisplay
Parameternaam
indicatie
Trekstaaf 16'
Ft16'
Trekstaaf 5 1/3'
Ft 5 1/3'
Trekstaaf 8'
Ft 8'
Trekstaaf 4'
Ft 4'
Trekstaaf 2 2/3'
Ft 2 2/3'
Trekstaaf 2'
Ft 2'
Trekstaaf 1 3/5'
Ft 1 3/5'
Trekstaaf 1 1/3'
Ft 1 1/3'
Trekstaaf 1'
Ft 1'
(Ft: voet)
705A-D-027A
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
] CURSOR toetsen om
] CURSOR toets.
Instellingen
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
Klik
De parameter bepaalt of een toetsklik al dan niet toegevoegd
wordt wanneer een aangehouden toon wordt gespeeld die
geconfigureerd is m.b.v. de trekstaven.
Parameterdisplay
Parameternaam
aanduiding
Klik
Click
Percussie
Deze parameter laat u percussiegeluid toevoegen, hetgeen in
modulatie voorziet bij aangehouden tonen die u aan het creëren
bent. Wanneer u een klaviertoets op het toetsenbord ingedrukt
houdt, zal het geproduceerde langzaam wegsterven tot het niet
langer te horen is. Door de klaviertoets nogmaals aan te slaan zal
de noot weer luider weergegeven worden. Percussie heeft de
"2nd Percussion" (2de overtoon toonhoogte) en de "3rd
Percussion" (3de overtoon toonhoogte) instellingen, die elk in- of
uitgeschakeld kunnen worden.
U kunt de percussie wegsterftijd ook specificeren, hetgeen regelt
hoe lang het duurt voor het percussiegeluid om weg te sterven.
Parameterdisplay
Parameternaam
aanduiding
2nd Percussion
Second (tweede)
(tweede percussie)
3rd Percussion
Third (derde)
(derde percussie)
Percussiewegsterftijd Decay (wegsterven) 000 tot en met 127
Inhoud van de display tijdens de
trekstaaforgelfunctie
Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van de
trekstaafposities, toetsklikken, en percussieparameters
aangegeven op de staafaanduidingen van de display zoals
aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn voor
elke parameter en het onderste segment van de geselecteerde
parameterlijn knippert.
Het onderste segment van de staafgrafiekkolom die de
huidige geselecteerde parameter voorstelt, gaat knipperen
om aan te geven dat deze geselecteerd is.
Geen van de kanaalnummers (1 tot en met 16) is aangegeven
tijdens de trekstaaforgel selectiefunctie en de
bewerkingsfuntie.
Instellingen
oFF: (uit)
Click Off
(klik uit)
on: (aan)
Click On
(klik aan)
Instellingen
oFF: (uit)
on: (aan)
oFF: (uit)
on: (aan)
D-25